3. Opinie Buurtlab geen bedreiging maar kans

STAT

| Daniel Grushkin | 04 oktober 2018

Doe-het-zelfbioloog (zijn eigen woorden) Daniel Grushkin tempert het alarm van het openingsartikel van dit dossier. ‘Er is nog nooit een biohacker geweest die een pandemie heeft veroorzaakt.’ Het gaat volgens hem om de toegang tot kennis.

Sommige mensen noemen mij een biohacker. Mijn collega’s houden van dat woord omdat het stoer klinkt en journalisten omdat het lezers trekt. Ik noem mezelf liever gemeenschapsbioloog, doe-het-zelfbioloog of burgerwetenschapper, woorden die allemaal hetzelfde betekenen.

The New York Times publiceerde onlangs een artikel waarin werd gewaarschuwd voor biohackers die werken met CRISPR, een methode om kleine en heel gerichte wijzigingen in DNA aan te brengen. Aan de hand van verschillende nieuwsfeitjes, zoals de eigenaar van een biotechbedrijf die zich injecteerde met een zelfgemaakt middel tegen herpes, wetenschappers aan de Universiteit van Alberta die een pokkenvirus hebben gemaakt en het werk in mijn eigen buurtlab in Brooklyn, schetst het artikel een beeld van biohackers die in alle stilte de ondergang van de wereld voorbereiden. Zoals de auteur het aankondigde op Twitter: ‘Die populaire biohacker die met een GoPro-camera op zijn hoofd experimenten livestreamt vanuit zijn garage? Ja, zelfs hij maakt zich zorgen. Mijn nieuwste artikel voor @nytimes 
over de weg naar een doe-het-zelfpandemie.’

Maar in werkelijkheid hebben buurtlabs zoals dat van ons meer te maken met voorlichting en onderwijs dan met het griezelige onderzoek dat het artikel suggereert. Zo’n lab, of ‘biohackerspace’, is een plek waar mensen van de meest uiteenlopende leeftijden en pluimage hun kennis over biotechnologie kunnen vergroten, samen aan projecten kunnen werken en kennis en apparatuur met elkaar kunnen delen.

Het is niet de eerste keer dat een gerenommeerde krant een reportage over zogenaamd sinistere biohackers publiceert. Toen een wetenschappelijk tijdschrift in 2012 een rel had veroorzaakt met de publicatie van een universitaire studie die gebruikt zou kunnen worden om een gevaarlijke griepvariant te ontwikkelen, kopte The New York Times: ‘Amateurbiologen nieuwe dreiging als bron voor gemuteerd griepvirus’. Maar zes jaar na dato heeft nog geen enkele biohacker een nieuwe pandemie veroorzaakt. Voor zover ik weet, is er zelfs niet één die met het griepvirus heeft proberen te werken.

Samen met Todd Kuiken van de North Carolina State-universiteit bestrijd ik dit soort fabeltjes in een rapport van het Woodrow Wilson Center, getiteld ‘Zeven fabeltjes en de werkelijkheid over doe-het-zelfbiologie’. Het recept voor zulke krantenartikelen is doodeenvoudig. Neem een nieuwe technologie waarover onrust bestaat. Voeg er wat onbevestigde geruchten aan toe over amateurs die buiten de universitaire en bedrijfslaboratoria met die technologie in de weer zijn. Strooi er nog wat citaatjes van veiligheidsexperts overheen. En laat de sociale media verder het werk doen.

Het probleem met zulke artikelen is dat ze al het goeds dat buurtlabs te bieden hebben – zowel op economisch als op wetenschappelijk en onderwijsvlak – ondergeschikt maken aan de veiligheid. In goede berichtgeving moet je de gevaren afwegen tegen 
de voordelen. Moet je erkennen dat er veel grotere risico’s schuilen in het voorbehouden van wetenschappelijke expertise aan geaccrediteerde wetenschappers of ‘bevoegde’ beoefenaren, zoals Harvard-wetenschapper George Church in het artikel oppert. Het beperken van de toegang tot kennis zet niet alleen een rem op innovatie, maar drukt ook ieder maatschappelijk debat over de inzet van nieuwe 
biotechnologie de kop in.

Onderwijslab Genspace in Brooklyn, 
New York. – 
© GenSpace
Onderwijslab Genspace in Brooklyn, 
New York. – 
© GenSpace

Burgerbiologie is vooral ontstaan omdat de middelen voor biotechnologisch onderzoek alleen beschikbaar waren in de universitaire wereld, die een entreeprijs kent van minimaal 40.000 dollar per jaar, of vijf tot zeven jaar zwoegen als doctoraal of postdoctoraal student in een universitair laboratorium. Dat is een zware prijs voor het uitleven van je wetenschappelijke interesse. Zo wordt iedereen buitengesloten die een dergelijke prijs niet kan opbrengen.

Genspace, het buurtlab waar ik werk, is negen jaar geleden ontstaan. Destijds ontving ik geregeld mensen in mijn woonkamer in Park Slope, om ze de mogelijkheden van biotechnologie te demonstreren door een bacterie zo te manipuleren dat hij licht ging geven. Geen wereldschokkende technieken, het was biologie op middelbareschoolniveau. De grote ontdekking was dat er zo veel mensen zin hadden om bij een vreemde aan te schuiven om biologische experimenten bij te wonen. Tegenwoordig is Genspace een volledig toegerust onderwijslab in Sunset Park in Brooklyn. Meer dan honderd groepen en faciliteiten overal ter wereld volgen ons voorbeeld. En zulke 
labs vormen geen biologisch gevaar. Wat ze doen, 
is gewone burgers voorzien van voorlichting en aanschouwelijk onderwijs van een diepgang die voor scholen en musea meestal niet haalbaar is. Leerlingen van armlastige middelbare scholen komen ’s zomers vier dagen per week naar Genspace om 
zich de grondslagen van moleculaire biologie en laboratoriummethodiek eigen te maken. Eind augustus kunnen ze dan samenwerken aan hun eigen projecten en hebben ze enig uitzicht op deelname aan de ontluikende bio-economie, waar al 
zo’n 370 miljard dollar in omgaat.

Datzelfde perspectief biedt Genspace aan volwassenen die er cursussen volgen of een maandelijkse contributie betalen. Je kunt in ons lab allerlei mensen tegenkomen, van een voormalig elektrotechnicus van de NASA die fotografische beelden wil opslaan in een bacterie, tot een kunstenaar die mos als stroomvoorziening wil gebruiken, een stel gepromoveerde wetenschappers die op basis van hun promotieonderzoek een bedrijfje zijn begonnen, een barista die inmiddels een volleerd mycoloog is en tientallen andere hobbyisten die aan de hand van DNA simpelweg de wonderen der natuur verkennen.

Publiciteitsstunt

Mensen die aan biohacking doen, hebben experimenten uitgevoerd op zichzelf. Binnen de gemeenschap van burgerwetenschappers wordt dat vooral als publiciteitsstunt gezien. In buurtlabs wordt heel zorgvuldig omgesprongen met veiligheid. Meteen 
bij het begin werd al een gedragscode opgesteld, 
er is een netwerk van veiligheidsexperts die je om raad kunt vragen en we onderhouden goede banden met de FBI. Moeten we, met al het goeds dat de biohackinggemeenschap te bieden heeft, die voordelen maar negeren omdat iemand lawaai maakt over bioterrorisme? Nee. Het wordt tijd dat de media – en de mensen – burgerbiologie niet langer als bedreiging maar als kans gaan zien.

Een biohacker vertelde me ooit zijn visie voor de toekomst van burgerbiologie, en toen viel het me op hoezeer zijn idee overeenkwam met het verlangen naar maatschappelijke betrokkenheid dat ook in de wetenschappelijke wereld leeft. Hij stelde zich voor dat iedere wijk zijn eigen lab zou hebben, waar mensen zich op de hoogte kunnen stellen van de nieuwste ontdekkingen, de waarde van wetenschappelijke methoden kunnen leren en de middelen van de biotechnologie kunnen gebruiken om de schoonheid en complexiteit van de natuur te ontdekken. In een tijd waarin wetenschappers oproepen tot een landelijke demonstratie ter verdediging van de wetenschap, klinkt dit als een ideaal dat de moeite waard is. Ik zou niet graag zien dat het door misplaatste angst onmogelijk wordt gemaakt.

Auteur: Daniel Grushkin

STAT
VS | statnews.com

STAT, ook wel aangeduid als Stat News, is een Amerikaanse website die is gespecialiseerd in gezondheid, medische zaken en biotechnologie, en de wetenschappelijke vorderingen op die gebieden. De site werd in november 2015 opgezet door John W. Henry, eigenaar van The Boston Globe.

Dit artikel van Daniel Grushkin verscheen eerder in STAT.
Recent verschenen