Changjiang Shangbao
| Guangli Du | 27 oktober 2016Voor Chinese investeerders zijn aankopen in het buitenland een must. Daarvoor willen ze alle mogelijke moeilijkheden overwinnen, vooral de juridische en politieke.
Fusies en overnames zijn bij voorkeur de weg geworden die Chinese ondernemingen volgen om zich buiten hun grenzen te manifesteren. Dat staat in het ‘Rapport 2015-2016 over het investeringsklimaat in het buitenland’, dat op 28 februari jongstleden is gepubliceerd door het Chinese onderzoekscentrum voor internationaal economisch beleid (CRPEIC). Tal van internationaal gerenommeerde bedrijven hebben inmiddels Chinees bloed in de aderen.
Hoewel de economische hervormingen in China al meer dan dertig jaar geleden zijn begonnen, zijn Chinese bedrijven pas een jaar of tien geleden grootschalig in het buitenland gaan investeren, waarbij talrijke pogingen op een mislukking zijn uitgelopen. Er is flink wat leergeld betaald.
Toch is het enthousiasme van de nieuwe Chinese kopers door deze teleurstellingen niet bekoeld. Veel deskundigen beschouwen de gretigheid waarmee Chinese bedrijven naar buitenlandse ondernemingen kijken als een onontkoombaar bijverschijnsel van de economische ontwikkeling in China en van de internationalisering van Chinese bedrijven.
Tegenbeweging
Op mondiaal niveau is hun waarde in één jaar met 336 miljard dollar gedaald, een teruggang van 23 procent. Dat neemt niet weg dat een toenemend aantal Chinese bedrijven zich sinds begin 2016 op de internationale markt heeft begeven, een tegenbeweging tegen de algemene tendens.
Bijna overal ter wereld geldt dat er altijd wel een Chinese gegadigde is wanneer een bedrijf te koop staat. Het terrein waarop de Chinezen zich bewegen wordt voortdurend groter en de aankoopbedragen stijgen niet alleen, de aankopen betreffen ook bedrijven van een steeds hoger niveau. Nadat ze aanvankelijk alleen probeerden de traditionele energiesector en de mijnindustrie te domineren, richten Chinese bedrijven zich inmiddels ook op met name de maakindustrie, consumptieartikelen en TMT (technologie, media en telecommunicatie), sectoren waarin particuliere ondernemingen de boventoon voeren.

In alle regio’s ter wereld hebben Chinese bedrijven hun economische positie en invloed in een versneld tempo versterkt. Volgens een rapport van de Chinese investeringsbank CICC betrof in 2015 66 procent van de Chinese investeringen Europese of Amerikaanse bedrijven, tegen maar 32 procent in 2010. In diezelfde periode zag men een duidelijke afname van Chinese staatsbedrijven, die vroeger voor minstens de helft van de investeringsoperaties stonden, en een duidelijke stijging van particuliere bedrijven in opkomende sectoren, zozeer zelfs dat deze particuliere bedrijven bezig zijn de grootste Chinese investeerders in het buitenland te worden. Het rapport van de CRPEIC laat zien dat de overnames vooral hoogtechnologische sectoren en de nieuwe industrie betreffen, symbolen van de nieuwe industriële revolutie.
Nu sommige ontwikkelde economieën en opkomende landen zoals Brazilië in een recessie verkeren, wordt het volgens Lin Caiyi, hoofdeconoom van de investeringsbank Guotai Junan Securities, mogelijk om ondernemingen in zulke landen voor zeer schappelijke prijzen over te nemen, een droomscenario voor Chinese bedrijven. Temeer omdat de traditionele industrie, die aan het wankelen is gebracht door de nieuwe industriële revolutie, zich in alle landen gedwongen ziet snelle hervormingen door te voeren.
Bovendien stimuleert de ontwikkelingsstrategie van de Chinese regering, die gericht is op de regio’s langs de vroegere zijderoute en de zeeroutes die Azië met Europa verbinden, de economische synergie tussen China en het buitenland. De investeringsgolf door Chinese bedrijven in het buitenland hangt nauw samen met dat flankerende beleid en met de versimpeling van de Chinese procedures, aldus een specialist.
Particuliere ondernemingen blijven onophoudelijk op buitenlandse ondernemingen jagen die interessant zijn vanwege hun technologie, intellectuele eigendomsrechten of merknaam
Zodoende hebben de directe buitenlandse investeringen door de provincie Shaanxi in het westen van China, die van oudsher als arm werd beschouwd, in 2015 voor het eerst de 600 miljoen dollar-grens overschreden. De ernstige overproductie die zich de afgelopen jaren in de Chinese textielindustrie en carbochemie heeft voorgedaan, heeft staatsbedrijven zoals de carbochemische groep van Shaanxi en de textielgroep van Xianyang ertoe gebracht projecten te starten in Centraal-Aziatische landen als Kirgizië.
Maar ook al wordt het leeuwendeel van de Chinese ondernemingen die op buitenlandse aankopen azen nog steeds door staatsbedrijven gevormd, de voorhoede bestaat de laatste jaren uit kapitaalkrachtige particuliere ondernemingen. Qua aantal gerealiseerde transacties laten deze de staatsbedrijven inmiddels ver achter zich, en ze blijven onophoudelijk op buitenlandse ondernemingen jagen die interessant zijn vanwege hun technologie, intellectuele eigendomsrechten of merknaam.
‘Chinese bedrijven zijn inmiddels krachtig genoeg om zich op transnationale transacties te storten, en ze hebben ook begrepen dat daarmee hun lacunes kunnen worden opgevuld,’ aldus een specialist op dit gebied. Dit streven toont aan dat Chinese ondernemingen werkelijk geïnteresseerd zijn in deelname in toeleveringsbedrijven met een mondiale waarde, vooral door zich op ontwikkelde landen in Europa en China te richten. Desondanks zijn er aan deze overnames veel onzekere factoren verbonden op het gebied van merkontwikkeling, synergie-effecten of marktontwikkeling. Het is niet altijd een succes.
Juridische obstakels
Bij het vergroten van het scala van buitenlandse bedrijven waarin ze interesse hebben, en bij het verwerven van goederen, technologieën of merken in Europa en de Verenigde Staten, stuiten Chinese bedrijven vaak op juridische obstakels. In februari 2016 leidde de voorgenomen overname van de aandelenbeurs van Chicago, de Chicago Stock Exchange (CHX), door de groep Casin uit Chongqin tot een felle polemiek die 45 leden van het Amerikaanse Congres ertoe bracht een brief aan het ministerie van Financiën te schrijven met de eis deze transactie aan een ‘volledig en rigoureus onderzoek’ te onderwerpen (het Amerikaanse comité voor buitenlandse investeringen zal binnenkort met een standpunt komen).
Volgens professor Qiang Li, voorzitter van de economische faculteit van de Chinese Noord-West Universiteit, is het onvermijdelijk dat buitenlandse overnames risico’s met zich meebrengen. Hij raadt ondernemingen in de eerste plaats aan de talrijke juridische struikelblokken te vermijden. Elk land heeft zijn eigen procedures om overnames door buitenlandse bedrijven al of niet goed te keuren, met name door te controleren of deze stroken met de antidumpingwetgeving en de regelgeving omtrent staatsinvesteringen. De overnemende partij dient er rekening mee te houden dat ze zich zal moeten aanpassen aan het rechtssysteem van het betreffende land en dat er een aangepast personeelsbeleid zal moeten worden gevoerd, aldus Qiang. Ze moet een risicoanalyse maken en op de situatie toegesneden antwoorden formuleren, waarbij uiteraard zo veel mogelijk moet worden vermeden dat men zich in een ‘mijnenveld’ begeeft.
Het kopen van een buitenlandse onderneming is een echte uitdaging, want een bedrijf dat op papier goedkoop is, kan uiteindelijk erg duur blijken vanwege de torenhoge management- en supervisiekosten. Als Chinese ondernemingen eenmaal de eerste twee etappes hebben afgelegd (de onderhandelingen en de aankoop volgens de overeengekomen voorwaarden), rest nog de laatste en moeilijkste etappe, die bepaalt of de operatie al of niet slaagt: de bedrijfsfusie.
De Chinese bedrijven hebben nog een lange weg te gaan voordat ze ten volle kunnen integreren in de mondiale ketens op het gebied van productie, waardecreatie en logistiek, en van een ‘toeleveringsgrootmacht’ kunnen uitgroeien tot een ‘grootmacht van wereldmerken’.
Auteur: Du Guangli
Vertaler: Peter Bergsma
Changjiang Shangbao
China | Dagblad | oplage 400.000
Een van de nieuwste kranten van China, uitgegeven door de Publishing Group Hubei Changjiang Chuban jituan, die heeft ervoor gekozen de prijs laag te houden om de verkoop te vergroten. Zeer rijk aan beeld.