Met tekeningen, sculpturen en humor ontleedt David Shrigley niet alleen de wereld om hem heen, maar ook zijn eigen kunstenaarschap.
De Britse kunstenaar David Shrigley (1968) richt in de Kunsthal nadrukkelijk de blik op zichzelf. Zijn droogkomische tekeningen, absurdistische installaties en scherpe observaties geven niet alleen commentaar op de maatschappij, maar ook op zijn eigen artistieke proces. Voor Shrigley is kunstenaarschap geen verheven genialiteit, maar een traject vol twijfel, experiment en reflectie dat hij openlijk met het publiek deelt.
Voor Shrigley is kunstenaarschap een traject vol twijfel, experiment en reflectie
Shrigley laat vijftig nieuwe tekeningen van dieren, mensen en alledaagse situaties zien, speciaal gemaakt voor de tentoonstelling. Ook present zijn zijn opblaasbare sculpturen, waaronder Swan Thing, waarin de zwaan verandert in een cartoonesk figuur en Fluff War, een arena waarin pluisjes elkaar speels te lijf gaan.
Verder is een 3 meter hoog, mechanisch bewegend naaktmodel gesmeed uit meteoriet te bezichtigen. Een monumentale wand toont foto’s van fans die zijn tekeningen op hun huid hebben laten tatoeëren – een bewijs van de cultstatus die zijn werk tot ver buiten de kunstwereld heeft bereikt.
What the Hell Was I Thinking? in Kunsthal, Rotterdam, tot 3/5