De Iztaccíhuatl kent nog maar drie gletsjers, Pecho, Panza en Suroriental 

© Jon Hieb / Unsplash

El País

| Madrid | Beatriz Guillén | 02 september 2021

In Mexico zijn nog maar vijf gletsjers over, die zich op twee bergen bevinden: de Iztaccíhuatl en de Pico de Orizaba. In totaal gaat het om minder dan één vierkante kilometer ijs en volgens deskundigen zijn de gletsjers rond 2050 verdwenen. De oorzaak van het snelle verdwijnen van deze watervoorziening is ontegenzeggelijk de opwarming van de aarde.

In Mexico zijn nog maar vijf gletsjers over, die zich op twee bergen bevinden: de Iztaccíhuatl en de Pico de Orizaba. In totaal gaat het om minder dan één vierkante kilometer ijs en volgens deskundigen zijn de gletsjers rond 2050 verdwenen. De oorzaak van het snelle verdwijnen van deze watervoorziening is ontegenzeggelijk de opwarming van de aarde.

De gletsjertong en het firnbekken van de Ayoloco-gletsjer zijn zo goed als verdwenen. Alleen een muur van oud ijs en gletsjerkrassen in de rotsen zijn er stille getuigen van dat hier in hartje Mexico op 4700 meter hoogte, op de top van de vulkaan Iztaccíhuatl, ooit een gletsjer was. De groeven die deze ruige, 200 meter dikke ijsmassa heeft achtergelaten, zijn nog heel tastbaar. Als een bulldozer sleurde hij stenen mee op zijn weg naar beneden en deponeerde die op een grote modderige hoop onderaan de helling. En met zijn oeroude krachten overdekte hij de reusachtige bruine rotsmassa’s die hij niet in beweging kreeg met krassen [gletsjerkrassen of striaties zijn krassen in gesteente die door de schurende werking van gletsjers ontstaan].

Midden in een sneeuwstorm zijn twee onderzoekers van de Nationale Autonome Universiteit van Mexico (UNAM) bezig een metalen gedenkplaat te plaatsen in een van de oeroude geulen. Eerst smeren ze lijm op de plaat, vervolgens zetten ze hem stevig vast met schroeven, zodat hij de volgende storm zal overleven. ‘Deze plaat herinnert ons eraan dat hier ooit de Ayoloco stroomde,’ zegt glacioloog Hugo Delgado. ‘En dat die zich steeds verder terugtrok en in 2018 compleet verdween, als gevolg van de klimaatverandering door menselijk handelen.’

‘De mens had lang geleden al actie moeten ondernemen’

De geoloog wijdt zijn hele carrière al aan het bestuderen van de Mexicaanse gletsjers en benadrukt dat de mens lang geleden al actie had moeten ondernemen. Het verdwijnen van deze watervoorziening is namelijk onomkeerbaar. Het enige wat nu nog over is van de gletsjers in het Mexicaanse hooggebergte zijn kale hellingen met her en der wat stenen, die er als botten over verspreid liggen.

De Ayoloco op de Iztaccíhuatl – met zijn 5230 meter de op twee na hoogste bergtop van het land – is de laatste gletsjer die verdween. Op de berg die aan een slapende vrouw doet denken werden in 1958 nog elf gletsjers geteld. Daarvan zijn er nu nog maar drie over: de Pecho, de Panza en de Suroriental. Samen zijn die goed voor amper 0,2 vierkante kilometer ijs. In 1850, de laatste bloeiperiode tijdens de zogeheten Kleine IJstijd, was dat nog 6,23 kilometer. In 170 jaar is de berg dus ruim 95 procent van zijn gletsjermassa kwijtgeraakt.

In heel Mexico zijn nog maar twee andere gletsjers over: de Glaciar Norte en de kleinere Glaciar Noroccidental. Samen hebben ze een oppervlak van iets meer dan 0,6 vierkante kilometer. Ze bevinden zich op de Pico de Orizaba, ook wel Citlaltépetl genoemd, op de grens tussen de staten Puebla en Veracruz. Met zijn 5675 meter is dit de hoogste berg van het land. De laatste zestig jaar zijn vier van zijn gletsjers verdwenen. Ook de Norte, de laatste hoop van geologen, is op sterven na dood. Zijn gletsjertongen, acht ijstentakels die de berg af kronkelden, is hij al kwijt. ‘De rotsen zijn al te zien, de ijsdikte is minimaal,’ zegt Delgado, die tot april dit jaar directeur was van het Instituut voor Geofysica van de UNAM.

De toekomst ziet er slecht uit voor de laatste vijf Mexicaanse gletsjers. De geoloog voorspelt dat de drie gletsjers op de Iztaccíhuatl de komende vijf jaar zullen verdwijnen; die op de Pico de Orizaba geeft hij nog twee decennia. Hoe dan ook ‘zijn er in 2050 geen gletsjers meer in Mexico’.

En niet alleen hier is het aftellen begonnen. Delgado vertegenwoordigt Mexico in de internationale groep voor gletsjeronderzoek. Hij vertelt dat hij altijd plagerige grapjes moest aanhoren van collega’s uit Ecuador en Peru die opschepten over hun schitterende exemplaren. ‘Binnenkort hoef je niet meer naar onze bijeenkomsten te komen, zeiden ze dan lachend tegen me,’ vertelt hij. ‘Ze vonden de omvang van mijn gletsjers altijd een lachertje, maar maken zich tegenwoordig grote zorgen over hun eigen gletsjers, waarvan het ijs nu ook zienderogen smelt.’

Overal op aarde zie je dit drama zich voltrekken. Van de Ok in IJsland, de Pizol in Oostenrijk, de aangekondigde dood van de Spaanse gletsjers tot en met de vorming van meren in de Himalaya, overal wordt afscheid van ze genomen. Geen gletsjer ontkomt aan de opwarming van de aarde. Ze zijn een van de meest evidente en logische sensoren van klimaatverandering geworden: hoe hoger de temperatuur op aarde, hoe sneller ze krimpen. En het feit dat ze aan de lopende band verdwijnen is tekenend voor het leven dat ons op aarde te wachten staat: heter, droger, uitgeputter.

Knerpende voetstappen op de aarde, zware ademhaling en het geselen van het gras dat de hellingen van de Iztaccíhuatl als een deken heeft begroeid. Naarmate we hoger komen, kwijnt de vegetatie weg en worden de rotsen zichtbaar. Net onder de sneeuwlijn zien we op een open plek kruisen staan. Deze zijn opgericht voor Luis Rosas, een bergbeklimmer die in 1971 verongelukte, en Daniel Peralta die, nadat hij vele toppen had bedwongen, hier in 2013 eveneens om het leven kwam. Dit soort gedenkplaten ter nagedachtenis aan bevlogen alpinisten vormden de inspiratie voor een plaat voor de Ayoloco.

Popocatépetl

Plotseling wordt de stilte op het pad verstoord door een laag en aanhoudend gerommel. ‘Horen jullie dat? Dat is een gaslek, onder hoge druk. Je hoort ook wat explosies, het is de Popocatépetl,’ roept Robin Campion enthousiast. Hij is vulkanoloog aan de UNAM en vergezelt Delgado op zijn gletsjerexpedities. Vanaf de voet van de Iztaccíhuatl zie je de rookpluim van deze imposante vulkaan. De pluim tekent zich duidelijk af tegen de heldere hemel, als nadrukkelijk geheugensteuntje dat hij er ook nog is.

Ook op de Popocatépetl waren er tot het jaar 2000 gletsjers, maar die zijn na een grote vulkaanuitbarsting allemaal bedolven. ‘Er is nog een klein beetje ijs, maar dat functioneert niet meer als gletsjer, want het stroomt niet meer en groeit niet meer aan. Ironisch genoeg worden die ijsmassa’s eigenlijk in stand gehouden door vulkaanas,’ zegt Delgado. ‘Als de Popocatépetl op een dag inactief zou worden en het ijs zou niet zijn gesmolten door de temperatuurstijging, zou de gletsjer dankzij deze ijsblokken kunnen herstellen.’

Tijdens de beklimming zijn de bergbeklimmers gehuld in een dikke wolkendeken die de voeten, de knieën en de buik van de Iztaccíhuatl bedekt. Op de westelijke helling onderweg naar de Ayoloco bevindt zich het bekken waar tot ongeveer 2012 de Atzintli-gletsjer lag. Vroeger vormden deze gletsjers, als er gebrek aan water was, een belangrijke bron. Hun belang voor de bewoners aan deze kant van de berg spreekt duidelijk uit hun Nahuatl-namen ‘hart van water’ en ‘mijn water’. Nu wonen tussen de morenen hagedissen en zijn deze rotsen op 4500 meter hoogte overdekt met korstmossen. 

Toen de temperaturen begonnen te stijgen, zijn beide gletsjers verdwenen doordat ze één voor één onder de zogeheten evenwichtslijn kwamen te liggen. Zo noemen geologen de zone in het hooggebergte waar de gemiddelde jaartemperatuur nul graden Celsius of lager is. Boven die lijn blijven sneeuw en hagel liggen en kan een gletsjer aangroeien. ‘Wanneer een gletsjer aangroeit, stroomt hij omlaag door de zwaartekracht. Maar wanneer hij de evenwichtslijn overschrijdt, komt hij terecht in wat de ablatiezone wordt genoemd,’ vertelt Delgado. ‘Daar ligt de temperatuur boven nul, en dat betekent dat alle neerslag wegsmelt. Gletsjers hebben een dynamiek van aangroei en smelten. Er bestaat een bepaald evenwicht waarbij ze ijsmassa behouden en kwijtraken,’ aldus de glacioloog.

Maar deze balans is in de loop der tijd op natuurlijke wijze verstoord. Ooit waren alle bergen in de Vallei van Mexico boven de 3500 meter bedekt met ijs. De Ajusco, de Sierra de la Cruces, de Nevado de Toluca en de Sierra Nevada, op alle bergen waren gletsjers. In 1958 lag de evenwichtslijn in Mexico nog op 4500 meter en nu is dat 5250 meter. Alle gletsjers op de Iztaccíhuatl zitten al onder deze grens.

Vonnis

Terwijl de onderzoekers de gedenkplaat vastzetten op de Ayoloco, valt er een dik pak sneeuw op de buik van de berg. Het regenseizoen is net begonnen en op deze hoogte sneeuwt het onophoudelijk grote vlokken. Maar grote bruine plekken blijven open. ‘De sneeuw blijft maar een paar dagen liggen, met een beetje geluk een paar weken. Maar dan is alle sneeuw gesmolten en groeien de gletsjers niet meer aan.’ De drie laatste gletsjers op de Iztaccíhuatl zitten verborgen in kraters. Daar wordt de ijsmassa beschermd door het bekken. ‘Door de geomorfologische omstandigheden zijn ze er nog, maar de kans dat ze blijven voortbestaan is eigenlijk nihil.’ Het vonnis: ‘Hun tijd is gekomen.’

Bij de Pico de Orizaba ligt dat anders. De top en de gletsjers liggen nog steeds 120 meter boven de evenwichtslijn. Maar geologen hebben een ander probleem ontdekt: een gebrek aan synchronisatie. Wanneer het sneeuwt in het regenseizoen – dat in Mexico in de zomer valt – blijft de sneeuw door de hoge temperaturen niet liggen. En als het wel koud genoeg is, valt er geen neerslag. ‘Als het zo doorgaat met de temperatuurrecords, zijn ze over een paar decennia verdwenen,’ zegt Delgado.

Afgezien van de opwarming van de aarde moeten de Mexicaanse gletsjers zien te overleven midden tussen de industriezones in de Vallei van Mexico en Puebla en overbevolkte steden als Mexico-Stad en Ciudad Nezahualcóyotl. Bovendien hebben ze te kampen met een lokale factor: wanneer gletsjerijs smelt, komen donkere rotsen tevoorschijn die de zonnestralen niet weerkaatsen maar juist absorberen. Met weer extra opwarming tot gevolg.

Ook het enige glaciologische station dat de ijsmassa’s op de Pico de Orizaba kan observeren – door blikseminslag en materiaaldiefstal heeft het station op de Iztaccíhuatl maar een paar maanden bestaan – bevestigt dat het ijs in Mexico ‘heet ijs’ is. De temperatuur ligt er zo dicht bij nul dat het ijs bij de minste stijging smelt. Bovendien hebben de gletsjers, door hun hoogte en ligging, in de droge seizoenen (ook al zijn de temperaturen dan laag) zo veel last van de zon dat het ijs sublimeert: het gaat van zijn vaste toestand direct over in gas en verdampt.

‘De werkelijke uitdaging is nu wat we eraan gaan doen’

Delgado heeft de Iztaccíhuatl in 1974 beklommen en daarbij geleerd om op sneeuw te lopen. Met hamer en ijshouweel beklom hij het schitterende Ayoloco-bekken. Om zich voor te bereiden op een expeditie naar de Himalaya leefde hij in 1979 twee weken lang in deze zeven kilometer lange siërra. Hij verloor er bovendien zijn beste vriend, die de berg wel honderd of misschien zelfs tweehonderd keer had gelopen. Delgado, die de Iztaccíhuatl als een vriendin ziet, vat de toestand van de Mexicaanse gletsjers als volgt samen: ‘Onze gletsjers zijn echte helden: ze strijden tot ze erbij neervallen.’

De onomkeerbare verdwijning van unieke Mexicaanse gletsjers op 20 graden noorderbreedte betekent het verlies van een betrouwbare sensor van klimaatverandering, maar vooral het verlies van een belangrijke watervoorziening. In dit steeds dichterbevolkte en drogere land – de laatste 34 jaar is de gemiddelde temperatuur in Mexico twee graden gestegen – zijn gletsjers in het droge seizoen een extra hulpbron voor gemeenschappen die in de buurt van de bergen wonen. Gletsjers zijn goed voor ongeveer 5 procent van de waterkringloop in die regio’s, dankzij smeltwater of doordat ze de grondwaterstand voeden. ‘Het is niet veel, maar alle kleine beetjes helpen,’ zegt Delgado.

Alle voortekenen – krimpende gletsjers, smeltende polen, leeglopende stuwmeren – wijzen in dezelfde richting: ‘Er is steeds minder water beschikbaar. Onze samenleving gaat last krijgen van waterstress. Dat probleem bestaat nu al, alleen heeft het zijn volle omvang nog niet bereikt. De werkelijke uitdaging is nu wat we eraan gaan doen.’

Voor de stervende ijsmassa’s op de bergtoppen is alle hoop vervlogen, en ook de opwarming van de aarde kan niet meer worden teruggedraaid, waarschuwt de glacioloog. Maar we kunnen wel proberen dit proces af te remmen. De uitstoot van broeikasgassen terugdringen, water besparen, ontbossing tegengaan en investeren in milieueducatie: het is allemaal hoognodig. Delgado heeft vooral vertrouwen in de volgende generaties. ‘Het gaat hier niet om de bescherming van de planeet, maar van de omgeving waarin wij als soort kunnen overleven. Ons voortbestaan staat op het spel.’

Recent verschenen