Op de daken van Algiers. ‘Wanneer ik aan parkour doe, ben ik alleen met het beton’

© Jennifer Bedoya / Unsplash

Al Jazeera

| Doha | Sarah Goodman | 27 september 2024

Jonge Algerijnen in Algiers vinden elkaar in hun gedeelde passie voor parkour, een extreme sport waarbij de stad wordt gebruikt als hindernisbaan. Ze rennen over daken, springen over muren en balanceren op smalle randen.

Er zijn twee stappen om je voor te bereiden op een sprong van het dak van het ene gebouw naar het andere. Stap één: meet de afstand en oefen de landing op vaste grond. Stap twee: oefen met het rennen naar de rand.

Bilal Ahmedali traint samen met twee vrienden en collega-parkouratleten op het dak van een verlaten winkelcentrum in de wijk Bab Ezzouar in Algiers. De westelijke vleugel van het winkelcomplex vormt een hoefijzervorm, met een opening van vijf meter tussen de uiteinden en een val van negen meter naar de rood betegelde binnenplaats eronder.

Maanden eerder, tijdens een training op hetzelfde dak met een grotere groep, rende Ahmedali naar de rand maar durfde de sprong niet te maken. ‘Ik wist dat ik ver genoeg kon springen, maar ik was te bang. Ik heb wel 20 keer naar de rand gelopen om het te proberen, maar het lukte niet.’

Op deze septemberavond besloot hij om het nog een keer te proberen – en deze keer lukte het. ‘Ik liep naar de rand, keek één keer, liep terug. Keek nog een keer, liep weer terug. De derde keer rende ik door en boem, ik sprong eroverheen.’

‘Denk na voordat je springt; spring zonder na te denken.’

In een video die naar Facebook is geüpload, is te zien hoe Ahmedali in een sierlijke boog door de lucht vliegt en vervolgens met beide voeten keurig op de borstwering aan de overkant landt.

Ahmed Belkahla, 30, die net klaar is met het filmen van zijn vriend, zegt dat hij opgetogen is, maar benadrukt dat er bij zo’n sprong geen ‘plan B’ is. ‘Het is zowel leuk als riskant. Er is een gezegde in parkour: “Denk na voordat je springt; spring zonder na te denken.” Het is de aarzeling die je fataal kan worden.’

De 24-jarige Ahmedali, een psychologie student aan de Universiteit van Algiers, zegt dat hij rust vindt in het maken van deze extreme sprongen. ‘Ik heb last van dwanggedachten. Maar wanneer ik aan parkour doe, ben ik alleen met het beton – alles om me heen vervaagt. Het gaat alleen om mij en de aanloop die ik wil nemen.’

Sport met een filosofie

Ahmedali en Belkahla maken deel uit van een groeiende parkourgemeenschap die jonge Algerijnen een uitlaatklep biedt om zich de stad – en de sport – eigen te maken. In Algerije, waar overheidsfinanciering voor sportfaciliteiten beperkt is, gebruikt deze gemeenschap sociale media om hun atletische vaardigheden te tonen tegen de achtergrond van de historische architectuur van Algiers. De stedelijke topografie van de stad, die verschillende periodes uit het verleden van het land weerspiegelt, biedt een unieke setting voor parkour. Deze atleten transformeren de Ottomaanse Casbah en Franse koloniale boulevards tot hindernisbanen naar hun eigen ontwerp.

Parkouristen – of ‘traceurs’, om de Franse term te gebruiken – zijn in het hele land te vinden, hoewel de meeste zich in de hoofdstad hebben geconcentreerd sinds de sport begin 2010 populair werd. 

Khadidja Boussaid, socioloog en postdoc aan de Universiteit van Algiers, legt uit dat parkour jonge Algerijnen de mogelijkheid biedt om openbare ruimtes toe te eigenen en stedelijke structuren te gebruiken voor hun eigen doelen. ‘Het is een manier om een stempel te drukken op de stad, vergelijkbaar met hoe straatartiesten hun stempel drukken met graffiti.’

Het scouten van nieuwe trainingslocaties is een essentiële taak voor de traceurs van Algiers. Sarah Latreche, 33, raakte geïnteresseerd in parkour toen ze architectuur studeerde aan de universiteit.

‘De meeste mensen zien gebouwen als een plek om te wonen,’ zegt ze. ‘Maar voor ons [in parkour] is het het gebouw waar we in geïnteresseerd zijn – de constructie zelf.’

Het is een sport met een filosofie, volgens Boubakeur Noui, een 21-jarige student die Instagramvideo’s post van zichzelf waarin hij over betonnen barrières springt op soundtracks van Radiohead en Phoebe Bridgers. ‘Door – of over – een obstakel heen komen geeft je een soort gevoel van succes,’ zegt hij. ‘Zo is het ook in het leven.’

‘Wat het mogelijk heeft gemaakt, is verbeeldingskracht en het vermogen om te spelen’

Parkour ontstond eind jaren tachtig in de buitenwijken van Parijs en voegde elementen van Franse militaire oefeningen samen met een nieuwe, vrije stijl van hardlopen. De term zelf is een bewerking van het Franse woord ‘parcours’, of ‘route’. Rond de millenniumwisseling kreeg de sport erkenning van het grote publiek toen het te zien was in kaskrakers als Yamakasi in 2001 en de Bondfilm Casino Royale uit 2006.

Sebastien Foucan, 49 jaar, was een van de oprichters van parkour en hij speelde zelf de schurk die de sport gebruikte om de James Bond van Daniel Craig te ontwijken tijdens een ruzie op een bouwterrein. Parkour wordt in films vaak gezien als een virtuoze manier om een tegenstander af te schudden, maar Foucan houdt vol dat de sport is ontstaan als een vorm van spel. ‘Wat het mogelijk heeft gemaakt, is verbeeldingskracht en het vermogen om te spelen,’ vertelt Foucan aan Al Jazeera.

‘Je gebruikt de stedelijke omgeving om jezelf te ontwikkelen – en anderen kunnen meedoen,’ zegt hij. ‘Als je het mij vraagt, zijn we zo begonnen.’

Volgens Mahfoud Amara, een professor aan de Universiteit van Qatar, viel de wereldwijde opkomst van parkour samen met een gespannen politiek moment in Algerije, toen het land in de jaren 2000 uit de decennialange burgeroorlog kwam. ‘Tijdens het tumultueuze “Zwarte Decennium” van politiek geweld – toen de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en vermaak in het land ernstig beperkt waren vanwege de veiligheidsdreigingen – boden satelliettelevisiekanalen, waaronder Franse kanalen en met name Canal Plus, een waardevolle uitweg uit de harde realiteit,’ legt hij uit. Dankzij deze uitzendingen, zegt hij, konden Algerijnse jongeren in contact komen met nieuwe sporten en subculturen zoals parkour.

Imad Bouziani, 23 jaar, herinnert zich de invloed van films als Casino Royale en dat hij vond dat de traceurs op het scherm op superhelden leken terwijl ze hun vijanden – vaak afgezanten van de Franse staat – te slim af waren. Parkour betekende ook iets abstracts voor hem: ‘Het is de vrijheid – de vrijheid die gepaard gaat met beweging en met de mogelijkheid om te gaan en staan waar je wilt.’

Parkour in de kashba

Sinds de jaren 2000 hebben parkouristen elkaar gevonden dankzij de opkomst van sociale media. In 2017 maakten Ahmedali en Bouziani een WhatsApp-groep aan om trainingen in en rond Algiers te organiseren.

Op vrijdag stonden ze voor zonsopgang op om om 6 uur ‘s ochtends de bus te nemen naar de verspreide rotsblokken van de Romeinse ruïnes in Tipaza, of ze gingen flips oefenen op de betonnen daken van universiteitscampussen als er geen lessen werden gegeven.

Sommige locaties waren verboden terrein. Ahmedali herinnert zich dat hij werd achtervolgd door een bewaker die ‘eruitzag als Hulk’.

Bouziani’s favoriete plek voor parkour was echter altijd de historische Casbah van Algiers. Hoewel hij familiebanden heeft met het gebied, lag zijn grootste interesse om er te trainen in de verscheidenheid aan gebouwen en de iconische status als bastion van verzet tijdens de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog.

Sociale media hebben ook geholpen om traceurs uit het hele land samen te brengen voor een jaarlijkse ‘Parkour Day’, die in 2014 voor het eerst in Algiers werd georganiseerd. Mensen gaan tot het uiterste om deel te nemen. Ahmed Bendaho nam eerst een bus en daarna een trein, zo’n duizend kilometer van Béchar in de Sahara-woestijn naar de Parkour Day in Algiers in 2019.

Boubakeur Noui verwoordt het eenvoudig: ‘Gemeenschap is zo belangrijk. Je hebt het gevoel dat wat je doet betekenis heeft als andere mensen het ook doen.’

Het is een groep die zichzelf selecteert en dat is een deel van wat hun relaties heeft versterkt. ‘Je deelt iets waar je van houdt met mensen die er ook van houden.’

Te midden van houtsnippers en bouwmateriaal ontstaat een junglegym van levensgrote Tetris-stukken

Parkour is een extreme sport; sommige traceurs hebben het achter zich moeten laten omdat ze om persoonlijke of professionele redenen naar plaatsen als Dubai of Canada verhuisden. Voor anderen waren blessures een keerpunt. Net voor de pandemische lockdown liep Bouziani een ernstige knieblessure op toen hij een dubbele backflip probeerde te maken.

Hoewel het tegenwoordig goed met hem gaat, kijkt hij terug op de trainingsonderbreking als ‘hartverscheurend’, maar hij voegt er ook aan toe dat de opgelegde pauze hem tijd gaf voor introspectie: ‘Ik ontdekte waarom ik geblesseerd was geraakt en dat dat kwam door mijn slechte fysieke conditie. De conclusie was dus dat ik sterker moest worden.’ Bouziani richt zich nu op langeafstandslopen.

Voor Fares Belmadani, 27, is parkour iets waar hij zich in Algerije professioneel voor inzet. Hij is nu een gecertificeerde parkourcoach en wil de sport promoten en meer bekendheid geven in het hele land.

Hij heeft al gezorgd voor overheidsfinanciering voor een officieel parkourgebied op La Sablette, een zandbank die als een haak uitsteekt boven de kustlijn van Algiers in de Middellandse Zee.

Sarah Latreche heeft haar achtergrond in zowel architectuur als parkour gebruikt om de blauwdruk te maken voor het trainingspark op La Sablette. Momenteel wordt haar ontwerp gebouwd in een pakhuis in Algiers voordat het aan de kust wordt geïnstalleerd. Te midden van houtsnippers en bouwmateriaal ontstaat een junglegym van levensgrote Tetris-stukken – de bouwstenen van een ruimte waar toekomstige generaties kunnen trainen.

Belmadani schat dat ze voor 60 procent klaar zijn en hoopt de ruimte dit jaar voor de Ramadan te kunnen inwijden. ‘Iemand vroeg me of ik erover dacht om Algerije te verlaten,’ zegt hij. Maar hij is van plan om te blijven: ‘De Algerijnse jeugd is het potentieel dat Algerije heeft.’

Recent verschenen