‘Als je iemands karakter wilt testen, geef hem dan macht’

© Wikimedia

360 Magazine

| Amsterdam | 31 mei 2021

Abraham Lincoln zei het al: geef iemand macht en hij (/zij) laat zijn ware aard zien. Er zijn talloze voorbeelden van beloftevolle politici die zich, eenmaal aan de macht, ontpopten tot meedogenloze onderdrukkers.

Lange tijd werd ervan uitgegaan dat macht corrumpeert, een theorie die onder meer was gebaseerd op het beroemde Stanford-gevangenis-experiment uit 1971. Een onderzoek van Smithsonian Institution kwam echter tot een andere conclusie: macht corrumpeert niet, maar versterkt al bestaande ethische tendensen. Of in de woorden van Abraham Lincoln: ‘Bijna iedereen kan tegenspoed doorstaan, maar als je iemands karakter wilt testen, geef hem dan macht.’

De volgende machthebbers doorstonden de test niet:

Abiy Ahmed

Abiy Ahmed werd op 2 april 2018 beëdigd tot de twaalfde premier van een zeer onrustig Ethiopië. In de protesten tegen politieke ongelijkheid, landonteigening en mensenrechtenschendingen waren honderden doden gevallen en werden duizenden mensen opgepakt. De meeste demonstranten waren Oromo en Amharen, de twee grootste etnische groepen in Ethiopië, die samen 60 procent van de bevolking vormen. Velen voelden zich oneerlijk behandeld door de machthebbers, die vooral behoorden tot de Tigrinya-groep, die minder dan 7 procent van de bevolking uitmaakt. Ahmeds voorganger Desalegne stapte op om hervormingen mogelijk te maken.

Aanvankelijk maakte Abiy – Oromo-moeder en Amhara-vader – de verwachtingen waar. Hij liet tienduizenden dissidente Ethiopiërs vrij en ging in gesprek met gevluchte tegenstanders in het buitenland. Hij nodigde Isaias Afewerki, de president van Eritrea, uit om het grensconflict tussen de twee landen te beslechten – met succes. In oktober dat jaar presenteerde Abiy Ahmed zijn nieuwe kabinet, dat voor de helft uit vrouwen bestaat – die volgens Ahmed minder geneigd zijn tot corruptie dan mannen. Op Abiys voordracht heeft het land sinds 1 november 2018 ook voor het eerst een vrouw als opperrechter, Meaza Ashenafi.

Abiy ontving in 2019 de Nobelprijs voor de Vrede ‘voor zijn inspanningen om vrede en internationale samenwerking te bereiken’

Deze inspanningen leverden Abiy in 2019 de Nobelprijs voor de Vrede op: ‘voor zijn inspanningen om vrede en internationale samenwerking te bereiken, en in het bijzonder voor zijn beslissende initiatief om het grensconflict met buurland Eritrea op te lossen’.

Maar sinds de oorlog in Tigray, en zijn vermeende rol daarin, heeft de reputatie van de Ethiopische premier een flinke deuk opgelopen. Abiy beweerde aanvankelijk dat de oorzaak van de oorlog de aanval van Tigray op militaire bases in de regio was. Maar zijn ‘overwinningstoespraak’ eind vorig jaar onthulde dat gedetailleerde voorbereidingen voor een oorlog al ruim twee jaar geleden begonnen.

Aanleiding voor het conflict is de weigering van TPLF, de regerende partij van Tigray, om op te gaan in de partij van Abiy. Op de vraag waarom hij niet eerder tot actie overging, zou Abiy hebben gereageerd dat Ethiopië op dat moment niet over voldoende militaire capaciteit beschikte. Het federale leger was heimelijk versterkt, onder andere met dronecapaciteit, op zo’n wijze dat het buiten het zicht van de leiders van Tigray bleef.

Vlak voor de oorlog werden de internet-, telefoon- en elektriciteitsleidingen naar Tigray door de overheid afgesloten, schrijft Netblocks. Sindsdien zijn alle wegen, inclusief het luchtruim, geblokkeerd. Ook de banken zijn gesloten. Tigrinya die buiten Tigray werken worden ontslagen. Journalisten mogen geen verslag uitbrengen vanuit Tigray, schrijft het Zuid-Afrikaanse Mail & Guardian. Er is enkel toestemming voor hulporganisaties om steun te bieden in gebieden die onder controle van de overheid vallen.

Sinds het begin van de oorlog zijn de steden van Tigray onderworpen aan zware bombardementen en beschietingen. De regio wordt op verschillende fronten tegelijk aangevallen. Er wordt melding gedaan van wijdverbreide plunderingen van Eritrese en Amhara-militairen, waaronder die van bijzondere culturele en religieuze artefacten.

Voor de Tigreeërs zelf komt het geweld niet als verrassing: ‘Abiy, met zijn geveinsde politiek van verzoening, liet ons in de steek.’

De aanpak doet denken aan de door de regering veroorzaakte hongersnood in Ethiopië van 1984-1985. Door opzettelijke verarming en verwaarlozing en de daaropvolgende emigratie werden Tigrinya steeds meer als arme mensen beschouwd. In Eritrea werd Agame, de naam van het oostelijke Tigray-gebied, veranderd in een denigrerende term waarmee naar alle Tigrinya werd verwezen. In de Ethiopische regio Amhara werden Tigrinya aangeduid met termen als sprinkhanen, luizen, bedelaars, banda [verrader] en nog veel meer, en deze zijn nog altijd gangbaar.

Lees ook:


Asma al-Assad

Asma al-Assad had mooie dromen voor de Syrische hoofdstad Damascus toen ze er vanuit Londen heen trok om bij haar man Bashar te zijn. Het zou een welvarende, culturele wereldhoofdstad worden. Maar terwijl niet veel later vele onschuldige burgers als gevolg van een oorlog tegen opstandige groepen omkwamen, leek zij vooral bezig met het uitbreiden van haar schoenencollectie.

Lees ook ons uitgebreid portret van de First Lady van Syrië:


Narendra Modi

‘Dit is een leider die ons land vooruit wil helpen’, zeiden veel Indiërs in 2014 over Narendra Modi, die dat jaar de verkiezingen won. Hij zou in tegenstelling tot tegenstander Rahul Ghandi niet uit zijn op eigenbelang. Zeven jaar later is duidelijk dat Modi wel degelijk zijn ‘eigen groepering’, de hindoebevolking, voortrekt. Met maatregelen als het abrupt afschaffen van een deel van de bankbiljetten in 2016 en een al even abrupte lockdown vorig jaar, benadeelt hij bovendien het overgrote armere deel van de bevolking.

Lees ook dit artikel van schrijver en essayist Arundhati Roy:


Aleksander Loekasjenka

Aleksander Loekasjenka won de eerste democratische verkiezingen van Belarus in 1994 als ‘corruptiebestrijder’. Maar hij duldt geen tegenspraak. Na beschuldigingen van stembusfraude in 2020 ontstonden massale protesten, die ‘de laatste dictator van Europa’ met harde hand neersloeg. Meer dan 32.000 mensen zouden zijn gearresteerd.

Lees ook dit uitgebreid portret van de ‘laatste dictator van Europa’:


Evo Morales

Evo Morales werd als kandidaat van de socialistische MAS-partij in 2006 de eerste Boliviaanse president van inheemse afkomst. Bij zijn aantreden beloofde hij: ‘We zullen een einde maken aan de koloniale staat en het neoliberale model. Vijfhonderd jaar van verzet door de inheemse volkeren van Amerika zijn voorbij.’

De gedeeltelijke nationalisatie van olie en gas betaalde royale sociale programma’s die het armoedecijfer terugbrachten van 59 tot 35 procent. Het armste land van Zuid-Amerika werd het snelst groeiende land, met een gemiddelde toename van 5 procent per jaar gedurende meer dan tien jaar.

In 2014 voerde Morales een nieuwe grondwet in om een derde presidentstermijn mogelijk te maken

Maar de voormalig leider van de vakbond van cocaboeren kreeg al snel autoritaire trekjes. Hij voerde in 2014 een nieuwe grondwet in om een derde presidentstermijn mogelijk te maken. Een referendum in 2016 voor een vierde termijn, werd verworpen. Maar een jaar later oordeelde het constitutionele hof – bestaande uit door zijn partij aangestelde rechters – dat hij het toch nog eens kon proberen.

De bij voorbaat controversiële verkiezingen van 2019 verliepen chaotisch, onder andere doordat de voorlopige telling van de stemmen abrupt werd onderbroken nadat de elektriciteit uitviel. Vierentwintig uur later, bij het hervatten van de telling, had Morales ineens de 10 procentpunt voorsprong die nodig was om zijn rivaal, Mesa, in de eerste ronde te verslaan, overschreden.

Na de massale protesten die deze gang van zaken opleverde, gesteund door de grootste vakbond van het land, het leger en de politie, trad Morales af en vluchtte naar Mexico en later Argentinië.

Een zelfbenoemde interim-regering onder leiding van Jeanine Áñez, een evangelisch christen die werd ingezworen met een bijbel zo groot als een koelkast, moest zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen organiseren. Morales’ vertrouweling Luis Arce en zijn MAS-partij wonnen die verkiezingen, waarop Morales terugkeerde naar Bolivia. Arce werd president.

In maart werden Áñez en haar voormalige interim-ministers gearresteerd voor terrorisme en opruiing vanwege hun rol in de protesten van 2019. ‘Politieke vervolging,’ volgens de voormalig conservatieve interim-president, ‘in de stijl van een dictatuur.’

En nu is er een campagne op touw gezet die Morales weer terug aan het hoofd van de regering moet krijgen, als opvolger van president Arce: ‘Evo vuelve’; ‘Evo keert terug’. Hij wil immers nog die vierde termijn uitdienen, waar hij recht op heeft. Want, zoals een commentator in de Boliviaanse krant Los Tiempos schrijft: ‘Volgens Morales en zijn volgelingen is Evo het magische antwoord op elk probleem.’

Lees ook dit artikel over de Nicaraguaanse president Daniel Ortega:

Recent verschenen