De toekomst van onze planeet ligt in handen van China

© Unsplash

The Economist

| Londen | de redactie | 02 januari 2024

De CO2-uitstoot in China bereikt binnenkort zijn hoogtepunt om vervolgens af te nemen, maar daarna wordt het pas echt ingewikkeld. Gaat China de planeet redden of vernietigen?

Hoewel hij op het punt stond om aan een hersentumor te overlijden, had Tu Changwang, een gerespecteerde Chinese meteoroloog, nog één laatste boodschap. Hij had gemerkt dat het klimaat aan het opwarmen was. In 1961 schreef hij in Volksdagblad, een spreekbuis van de Communistische Partij, dat dit de omstandigheden die het leven mogelijk maken, zou kunnen veranderen. Hij dacht toen dat de opwarming onderdeel was van een zonnecyclus die waarschijnlijk op een gegeven moment zou omkeren. Tu had nog niet door dat de klimaatverandering werd veroorzaakt door de CO2 die bij de verbranding van fossiele brandstoffen in de atmosfeer werd gepompt. In hetzelfde nummer stond op een andere pagina een foto van grijnzende mijnwerkers. China was op dat moment bezig met een snelle industrialisatie. Het land wilde de economische achterstand op het Westen inhalen.

Vandaag de dag is China een industriële grootmacht die meer dan een kwart van de wereldproductie huisvest – meer dan Amerika en Duitsland bij elkaar. Maar die vooruitgang heeft ook een keerzijde: de emissie. In de afgelopen drie decennia heeft China in totaal meer CO2 in de atmosfeer uitgestoten dan welk ander land ook. Volgens de Rhodium Group, een Amerikaans onderzoeksbureau, stoot het land nu jaarlijks meer dan een kwart van alle broeikasgassen ter wereld uit. Dat is ongeveer twee keer zoveel als de Verenigde Staten, dat op de tweede plaats komt (hoewel de Verenigde Staten het per hoofd van de bevolking nog steeds slechter doen).

In 2015 beloofden regeringen in Parijs op de jaarlijkse klimaattop van de VN dat ze de opwarming van de aarde onder de 2 graden Celsius wilden houden. Als ze dat doel nog willen halen, hangt er dus een hoop van China af. De top van dit jaar (COP28) begon op 30 november in Dubai. China heeft zowel goed als slecht nieuws voor de deelnemers.

Groeiende vraag

Het goede nieuws is dat de Chinese emissies binnenkort niet meer zullen stijgen. Sommige deskundigen denken dat de piek dit jaar wordt bereikt. Het is in elk geval min of meer zeker dat die er voor 2030 zal komen, overeenkomstig de Chinese doelstellingen. China bouwt sneller kerncentrales dan welk ander land ook. Het heeft ook enorm geïnvesteerd in hernieuwbare energie: het land beschikt nu over een capaciteit van ongeveer 750 gigawatt aan wind- en zonne-energie. Dat is ongeveer een derde van het wereldwijde totaal. Tegen het einde van dit decennium wil de regering die capaciteit opschalen naar twaalfhonderd gigawatt. Dat is meer dan de totale stroomcapaciteit van de Europese Unie op dit moment. China zal dat waarschijnlijk ruimschoots overtreffen.

Daarnaast neemt China nog andere maatregelen om de uitstoot te beperken. Er wordt minder koolstofrijk staal en cement geproduceerd. Na decennialang wegen en spoorwegen te hebben aangelegd, geeft de regering minder geld uit aan grote infrastructuurprojecten. De jarenlange uitbreiding van de vastgoedsector is abrupt ten einde gekomen. Dat heeft de economie aan het wankelen gebracht, maar ook tot minder uitstoot geleid. De meeste deskundigen verwachten dat het bbp van China in de toekomst minder snel zal groeien dan aan het eind van de vorige eeuw en het begin van deze eeuw. Met andere woorden: de meest vervuilende fase van China’s ontwikkeling ligt waarschijnlijk achter ons.

Belangrijker dan de piek is echter wat er daarna gebeurt. China heeft beloofd om de netto uitstoot van broeikasgassen tegen 2060 te beëindigen (oftewel ‘koolstofneutraal’ te worden). Deze doelstelling is veel moeilijker te behalen. Zelfs met al die hernieuwbare energiebronnen leveren vervuilende kolen nog steeds meer dan de helft van China’s energie. Dat is minder dan in 2011, toen het aandeel nog op ongeveer 70 procent lag. De hoeveelheid kolen die China verbrandt, blijft echter toenemen door de stijgende vraag naar elektriciteit. Vorig jaar is er in China een recordhoeveelheid van 4,5 miljard ton steenkool gedolven. Elke week werd de bouw van gemiddeld twee nieuwe kolencentrales goedgekeurd.

Veel van deze installaties zullen er misschien nooit komen. Bestaande kolencentrales worden steeds minder in gebruik genomen, wat verdere bouw minder noodzakelijk maakt. Maar volgens milieuactivisten en deskundigen is China nog te zeer afhankelijk van kolen om de doelstelling voor 2060 te kunnen halen. Een deel van het probleem is dat het land er simpelweg heel veel van heeft. Steenkool vormt een veilige energiebron voor China, dat maar over weinig olie en gas beschikt. De kolenwinning zorgt voor banen. Het bouwen van een centrale, of die nu nodig is of niet, is bovendien een veelgebruikte methode voor lokale overheden om economische groei te stimuleren.

Het Chinese elektriciteitsnet is gebaseerd op steenkool. In de centrales waar de kolen verbrand worden, beslissen mensen wanneer ze het vermogen verhogen of verlagen. Maar in het geval van zonne- en windenergie heeft de natuur het voor het zeggen. Het elektriciteitsnet moet dus flexibeler worden. Als er op een bepaalde plek een overschot aan energie is, moet het netwerk in staat zijn om dat op te slaan of te verplaatsen. Anders heeft het voor China geen zin om allemaal nieuwe windmolens en zonnepanelen te plaatsen.

Bestuurders zijn bang dat klimaatvriendelijk beleid de energiezekerheid van het land zal ondermijnen

Dergelijke veranderingen moeten in de meeste landen worden doorgevoerd. Volgens David Fishman van de Lantau Group, een energieadviesbureau, is de situatie in China echter uniek. De meeste zonne- en windenergiebronnen van het land bevinden zich in het westen. Maar de energie die ze opwekken is vooral nodig in het oosten, waar de grootste steden liggen. Het is lastig om de energie over zulke lange afstanden te transporteren. Een ander probleem is dat provinciale overheden veel zeggenschap hebben over hun deel van het elektriciteitsnet. Ze zijn voor hun energie niet graag van elkaar afhankelijk. Dus kan een provincie er bijvoorbeeld voor kiezen om een eigen kolencentrale te gebruiken in plaats van een schonere energiebron elders.

Mensen die zich zorgen maken over de ontwikkelingen in China, wijzen ook op methaan, een krachtig broeikasgas. Sommige landen kunnen hun methaanuitstoot op eenvoudige manieren verminderen, bijvoorbeeld door lekkende gasleidingen te repareren. Maar het meeste methaan uit China komt uit kolenmijnen of wordt geproduceerd door microben in rijstvelden. Het is moeilijk om het probleem op te lossen zonder mijnen te sluiten of de landbouw te veranderen. Daarom weigerde China op de VN-klimaattop in 2021 zich aan te sluiten bij een pact van meer dan honderd andere landen om de wereldwijde uitstoot van methaan tegen 2030 met minstens 30 procent te verminderen. Eerder deze maand zei China wel dat het probleem een thema zou worden in het nationale klimaatplan voor 2035 (dat mogelijk pas over twee jaar wordt gepubliceerd).

Met het oog op deze problemen moeten Chinese leiders doortastend zijn. Maar het kan dat hun klimaatambities al een grens hebben bereikt. Dat zegt Li Shuo, de nieuwe directeur van de China Climate Hub tegen het Asia Society Policy Institute in New York. Hij denkt dat de regering is afgeschrikt door de stroomstoringen van de afgelopen jaren, veroorzaakt door de stijgende steenkoolprijzen en de droogteperiodes die de winning door waterkracht verstoren. Bestuurders zijn nu bang dat klimaatvriendelijk beleid de energiezekerheid van het land zal ondermijnen. Klimaatactivisten beweren juist dat bepaalde hervormingen het tegenovergestelde effect zouden hebben: denk bijvoorbeeld aan het eerdergenoemde meer flexibele elektriciteitsnet. Li verwacht dat de uitstoot van China niet gaat dalen, maar een plateau gaat bereiken.

China heeft echter genoeg redenen om het klimaat tot een prioriteit te maken. Enkele van de grootste Chinese steden, waaronder Shanghai, liggen aan de kust en kunnen door de stijgende zeespiegel onderlopen. Het droge noorden heeft een tekort aan drinkwater. En extreme weersomstandigheden eisen nu al hun tol. Vorig jaar steeg het aantal sterfgevallen door hittegolven in China met 342 procent ten opzichte van het historische gemiddelde. Dat blijkt uit een onderzoek dat werd gepubliceerd door medisch tijdschrift The Lancet. Deze zomer hebben overstromingen een groot deel van de tarweoogst in China aangetast.

Ondertussen is China toonaangevend geworden op het gebied van groene-energietechnologie. De rest van de wereld is grotendeels afhankelijk van Chinese toeleveringsketens voor zonnepanelen en batterijen. Sinds dit jaar is niet langer Japan, maar China de grootste exporteur van auto’s wereldwijd, deels dankzij de Chinese dominantie in elektrische voertuigen.

Niets laten opleggen

Er is dus nog wel hoop dat China een welwillende rol zal spelen op de klimaattop in Dubai. Het land heeft de ambitie om de leider te worden van de zogenaamde global south en zal een onderwerp dat in veel ontwikkelingslanden hoog op de agenda staat dus niet zomaar aan de kant schuiven. Optimisten wijzen ook op de ontmoeting in november van Xie Zhenhua, China’s gezant voor het klimaat, en John Kerry, zijn Amerikaanse ambtsgenoot. Ze werden het eens over een aantal kleine stappen. Zo willen ze de samenwerking bevorderen bij projecten om koolstof op te vangen.

China heeft echter ook duidelijk gemaakt dat het zich niets zal laten opleggen als het gaat om klimaatverandering. Eerder dit jaar herhaalde Xi Jinping dat hij tegen 2030 een koolstofpiek wil bereiken en tegen 2060 koolstofneutraal wil worden. ‘Maar’, zei hij, ‘het pad, de methode, het tempo en de intensiteit waarmee we dit doel bereiken, bepalen we zelf. We zullen ons nooit door anderen laten beïnvloeden.’

Recent verschenen