Kaja Kallas, de Estse premier die het gevaar van Poetin voorzag

Der Spiegel

| Hamburg | Nadia Pantel | 12 mei 2023

Voordat andere regeringsleiders dat deden, waarschuwde de Estse premier Kaja Kallas al voor Vladimir Poetin. Wie is deze vrouw, die nu als mogelijke secretaris-generaal van de NAVO genoemd wordt?

In Kaja Kallas’ familie worden twee soorten verhalen verteld over de jaren in Siberië. Er zijn verhalen over de honger, de kou en de angst. Over hoe Sovjet-soldaten Kallas’ moeder in 1949 met haar moeder en grootmoeder in een veewagen opsloten en hen naar het oosten deporteerden, tot voorbij Novosibirsk. En er zijn verhalen waar ze om lachen. Over hoe ze een naaimachine in de veewagen meetorsten en hoe deze machine hen van een bescheiden inkomen voorzag, omdat ze op een plaats waar alleen wat houten hutten stonden, voor anderen kleding oplapten. ‘Mijn grootouders hebben verschrikkelijke dingen doorstaan,’ zegt Kaja Kallas, ‘en ze hebben mij geleerd dat je moet vieren dat je leeft.’

Kallas zit aan de ovale tafel waar ze als regeringsleider van Estland buitenlandse gasten ontvangt. Twee dagen na ons gesprek zal ze hier de minister van Defensie van de Verenigde Staten Lloyd Austin ontmoeten en een week eerder was de Zweedse premier Ulf Kristersson op bezoek.

Allemaal kennen zij het verhaal van haar grootouders. Ze weten dat de minister-president de dochter is van een vrouw die als baby naar Siberië werd gedeporteerd en dat alleen met veel geluk heeft overleefd. Het verhaal stond in een artikel van Kallas in The New York Times, en ze vertelde het tijdens een toespraak voor het Europees Parlement in maart 2022, twee weken nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen.

Voor het tweede deel van Kallas’ familiegeschiedenis is zelden genoeg tijd. Voor de terugkomst uit Siberië en voor het gevoel dat haar grootouders aan hun kinderen en kleinkinderen hebben meegegeven: ons krijgen ze niet meer klein. Kallas zegt dat ze thuis heeft geleerd dat veel mensen zich in zware tijden van hun beste kant laten zien.

Al in januari 2022, toen de meesten in Europa meenden dat er alleen omdat Rusland meer dan 100.000 soldaten naar de Oekraïense grens stuurde, nog geen reden was voor paniek, kwam Kallas in actie. Ze eiste ondersteuning voor Oekraïne. En leverde wapens.

Waarschuwingen

De media berichtten destijds routinematig over haar waarschuwingen. Het was het Baltische geluid dat iedereen nou wel kende: Poetin is gevaarlijk, we moeten de NAVO in het oosten versterken, we moeten stoppen met Nord Stream. Na 24 februari zei Kallas hetzelfde, maar nu werd er wel naar haar geluisterd. De premier van een landje met maar net 1,3 miljoen inwoners veranderde in een politicus met wie op het wereldtoneel rekening wordt gehouden en die nu zelfs als kandidaat wordt genoemd voor de opvolging van Jens Stoltenberg als secretaris-generaal van de NAVO.

En dat niet alleen omdat de regeringsleiders in Berlijn, Parijs en Brussel hebben moeten toegeven dat Kallas het met haar inschatting van Poetin bij het rechte eind had – maar ook omdat zij optreedt als iemand die zich in het licht van de schijnwerpers van de wereldgeschiedenis op haar gemak voelt.

De digitalisering is onderdeel van een overlevingsstrategie van Estland

Haar liberale partij Reformier (de Hervormingspartij) blijft stabiel op ruim 30 procent. Daarop volgt lang niemand tot – allebei rond de 20 procent – de rechts-populistische partij EKRE (de Conservatieve Volkspartij) en de middenpartij Kesker (de Centrumpartij). Hoe komt het dat de 45-jarige Kallas, die haar ambt pas twee jaar bekleedt, een van de belangrijkste waarschuwende stemmen van Europa is geworden?

Medio december 2022 moet de bondskanselier Olaf Scholz in Berlijn tijdens het afsluitende panelgesprek van de Digitaliserings-top van de Duitse regering uitleggen hoe het vordert met de digitalisering in Duitsland. Hij zit erbij met zijn typische Scholzse verfrommeldheid, die erop lijkt te wijzen dat hij zich wel genoeglijkere dingen kan voorstellen voor een dergelijke vrijdagnamiddag. Naast hem zit Kallas. Ze straalt. ‘Het is een grote eer voor mijn land dat ik hier vandaag ben. Als men ziet waar wij vandaan komen en waar we vandaag staan, dat we gelijkwaardig zijn aan Duitsland – dat betekent heel veel voor ons,’ zegt Kallas.

Lichtend voorbeeld

Ze is hier uitgenodigd als lichtend voorbeeld, als premier van E-Estonia, de digitale koploper van de EU. En ze vervult die rol glansrijk. ‘Wij hebben alles al eens uitgeprobeerd. U heeft het voordeel dat u van onze fouten kunt leren,’ stelt ze. Spontaan applaus uit de zaal. ‘Er is natuurlijk wel een verschil wanneer je dit doet voor een land met 84 miljoen burgers en wanneer je het doet voor een land dat zo groot is als het uwe,’ bromt Scholz. ‘Wij hebben sinds 2007 te maken gehad met het afweren van cyberaanvallen vanuit Rusland,’ zegt Kallas.

Het beeld dat van dit panelgesprek blijft hangen is dat van een vrouw die in vlekkeloos Engels vertelt over behaalde successen, terwijl naast haar een man met de nodige tegenzin over de problemen van het federalisme spreekt.

Een underdog moet altijd meer moeite doen. Kallas heeft dat zozeer geïnternaliseerd dat je haar, wanneer je haar langere tijd volgt, vaak kunt zien wachten. Ze wacht tijdens de Veiligheidsconferentie in München midden februari op de Franse president Emmanuel Macron, die vanwege zijn begrip van macht graag als laatste een kamer binnenkomt. Precies zo zit ze in het Estse dorp Varbola in haar eentje voor twintig lege stoelen te wachten, terwijl de gepensioneerden die haar hebben uitgenodigd nog aan de koffie zitten.

GettyImages 1374879595
Premier Kaja Kallas op een persconferentie met de toenmalige Britse premier Boris Johnson en Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de NAVO. – © Getty Images / Leon Neal

Als Kallas tijdens het interview in haar kantoor in Tallinn over digitalisering spreekt, wordt duidelijk dat het er voor de Esten nooit alleen om ging hoe ze op soepele wijze uit het papieren tijdperk konden komen. De digitalisering is onderdeel van de overlevingsstrategie van het land, omdat ze Estland op de kaart zet. ‘Als mensen niet weten dat je bestaat, merken ze het ook niet als je verdwijnt,’ zegt Kallas. Dat is de les die de Esten hebben getrokken uit eenenvijftig jaar Sovjetbezetting. ‘Toen het IJzeren Gordijn werd neergelaten, hebben Frankrijk en Duitsland ons niet gemist. Maar wij, wij hebben jullie wel gemist. Wij hebben de vrijheid gemist.’

Hoe pak je dat aan, niet nog eens vergeten te worden? ‘We moeten nuttig zijn, we moeten laten zien dat we nodig zijn.’ Kallas somt op hoe Estse troepen hebben deelgenomen aan de Franse militaire missie in Mali, hoe Estse reddingswerkers kort na de aardbeving in Turkije zijn komen helpen.

Broche

Kallas heeft voor dit interview een lichtgele jurk aangetrokken en draagt op haar borst een blauw-zwart-witte broche, de kleuren van Estland. Die is op de gele ondergrond niet te missen. Het veiligheidsbeleid van het land, dat een grens van zowat 300 kilometer met Rusland deelt, schrijft niet alleen een verhoging tot drie procent in het defensiebudget voor. Het schrijft ook voor dat de Esten actief moeten laten zien dat het land bestaat.

Op een namiddag in februari, een uur rijden van de hoofdstad Tallinn, gaat Kallas op bezoek bij de vereniging van particuliere bosbezitters. Estland bestaat voor de helft uit bos. Wie niet kan meepraten over bodemkwaliteit en de behoeftes van berken, hoeft niet te proberen premier van Estland te worden.

Superwoman

De bosbezitters hebben dennentakken op het pad gelegd, zodat Kallas op haar weg van de auto naar het kampvuur en de worstjes niet uitglijdt over de bevroren grond. Een uur lang wordt er uitsluitend over bomen gesproken. Iets apart van het gezelschap staat Anniki Leppik, die administratief werk doet voor de bosbezitters.

Ze draagt wandelschoenen en een parka. ‘Hoe Kallas de wereld afreist, dat is een beetje zoals Superwoman, ze komt echt overal,’ zegt Leppik. Hier in het bos gaan ze wel op een bijzondere manier om met superhelden. Aan het einde wordt er geen groepsfoto gemaakt, geen selfies met Kallas. In plaats daarvan geven ze haar een fles vers getapt berkensap cadeau.

De ene vrede is de andere niet. Voor ons in Oost-Europa ging het stalinisme verder

Onderweg in het bos is Kallas met haar chauffeur en assistent bij een snackbar gestopt. Gehaktballen en een koolsalade voor 7,80 euro. Aan andere tafels wordt kort opgekeken als de premier met haar dienblad voorbijloopt, dan wordt er weer verder gegeten. ‘Zo gaat dat in Estland,’ zegt Kallas. ‘We laten elkaar met rust.’ Een man wenkt haar. Kallas begroet hem bij naam. ‘Nu ja, en daarnaast is het een klein land en kennen we elkaar.’

Voor Kallas geldt dat in het bijzonder. Haar vader, Siim Kallas, was een van de kopstukken in de Estse Onafhankelijkheidsbeweging en voorzitter van de Estse centrale bank. In 2002 werd hij premier. Vanaf 2004 was hij EU-commissaris voor Estland. De roddelpers berichtte over Kaja Kallas’ eerste huwelijk, omdat ze met begin twintig al tot de vooraanstaande personen van het land hoorde. Toen ze op haar drieëndertigste besloot de politiek in te gaan en een zetel in het Estse parlement bemachtigde, was het eerste commentaar van de pers dat ze niet hetzelfde voor elkaar zou kunnen krijgen als haar vader.

Vaders faam

Haar vaders faam bracht niet alleen met zich mee dat ze al vroeg in de schijnwerpers stond, maar ook dat haar jeugd in het teken stond van de politiek. Kallas herinnert zich hoe er op 20 augustus 1991 Sovjet-tanks naar Estland werden gestuurd nadat het land zich onafhankelijk had verklaard. Ze was veertien jaar oud en verbleef bij haar grootouders op het platteland; haar vader was in de hoofdstad. ‘Ik was ongelooflijk bang, ik dacht dat ik mijn vader nooit meer zou zien. Ik kende immers alle verhalen over wat de Russen doen met mensen die zich verzetten.’

Dit moment haalt Kallas ook aan omdat ze wil benadrukken wat ze sinds Ruslands oorlog tegen Oekraïne als een mantra herhaalt: de ene vrede is de andere niet. ‘Toen de Tweede Wereldoorlog voorbij was, begon men in West-Europa aan de wederopbouw. Voor ons in Oost-Europa ging het stalinisme verder. De deportaties, de moorden, de onderdrukking, de schaarste.’ Ieder kind weet dat oorlog verschrikkelijk is, zegt Kallas. En aan degenen die eisen dat Oekraïne zo snel mogelijk een vredesakkoord met Rusland sluit, legt ze – telkens opnieuw – uit hoe het voelt wanneer het einde van de bombardementen niet hetzelfde betekent als het einde van het geweld.

Op het eerste gezicht lijkt Kallas’ een sterke positie te hebben bemachtigd door als ooggetuige een zeer duister beeld van Rusland te schetsen, een beeld dat het Westen aanvankelijk niet serieus nam. Maar haar invloed is ook groot omdat ze over de toekomst spreekt. Over een toekomst die in Estland al werkelijkheid is en die, als het aan haar ligt, ook voor Oekraïne mogelijk moet worden.

GettyImages 543858146
Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Jeroen Dijsselbloem (l) in gesprek met een van de kopstukken in de Estse Onafhankelijkheidsbeweging en voorzitter van de Estse centrale bank, Siim Kallas. – © Getty Images / Thierry Tronnel

Van 2014 tot 2018 was Kallas Europarlementariër. Ze werd in deze periode door de nieuwssite Politico als een van de invloedrijkste parlementariërs bestempeld. Zij was erbij toen de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne werd ondertekend. ‘Mijn vader heeft voor de Esten meegewerkt aan de toetredingsprocedure tot de Europese Unie. Een generatie later sta ik aan de kant van de EU en bereid de toetreding van de volgende staat voor,’ zegt ze. Voor Kallas is de Europese Unie een belofte dat er vooruitgang wordt geboekt.

Op haar Instagramprofiel zie je Kallas zelden handen schudden. Ze omhelst. Bijvoorbeeld de voorzitter van het Europees parlement, Roberta Metsola, die ze een vriendin noemt. Of de voorzitter van de Europese Commissie von der Leyen, die ze in ons gesprek kortweg Ursula noemt. Toen Kallas in 2018 een boek over haar tijd als parlementariër schreef en benadrukte wie ze allemaal had leren kennen, maakte de Estse pers daar grappen over. Vandaag verkondigt de publieke omroep: ‘Estland profiteert enorm van Kallas’ internationale zichtbaarheid.’

Netwerk

Kallas gebruikt haar wijdvertakte netwerk om haar opvattingen op het gebied van de buitenlandse politiek naar voren te brengen. Ze eist dat Vladimir Poetin als oorlogsmisdadiger wordt vervolgd. Ze staat erop dat Oekraïne de oorlog moet winnen en dat alleen Oekraïne kan bepalen wanneer die overwinning behaald is. En ze doet er alles voor om de oorlog bij de media op de voorgrond te houden.

Dat Estland meer dan zestigduizend vluchtelingen heeft opgenomen, wat percentueel meer is dan welk ander EU-land dan ook, laat ook zien hoe serieus zij is over solidariteit met Oekraïne. De Russische aanval op Oekraïne voelt voor Estland als een schampschot. Als de Russen Oekraïne aanvallen met de rechtvaardiging dat ze het land ‘bevrijden’, waarom zou die logica dan niet ook voor Estland gelden?

Uitgerekend op 24 februari viert Estland ieder jaar zijn onafhankelijkheid. Dit jaar wordt tegelijkertijd met de viering ook de aanval op Oekraïne op dezelfde datum herdacht. De Estse onafhankelijkheid presenteert Kallas niet als iets vanzelfsprekends, maar als iets waar zijzelf voor heeft gevochten. Kallas was achttien en studeerde nog aan de rechtenfaculteit toen ze tegelijkertijd op een ministerie aan de slag ging. ‘Mensen die niet veel ouder waren dan ik, hebben destijds onze staat opnieuw uitgevonden.’

Een partijgenoot zou haar eens hebben aangeraden zich mannelijker te gedragen, om succesvoller te zijn

In 1992 werd historicus Mart Laar op 32-jarige leeftijd premier van Estland. ‘We moesten onze relatie met de staat volledig herzien,’ zegt Kallas. Ten tijde van de Sovjet-Unie was je een held als je iets van de bezetter wist te stelen. Tegenwoordig is Estland een van de minst corrupte lidstaten van de EU. Op haar verkiezingsposters, die in februari overal in Tallinn hingen, zie je in een bovenhoek het symbool van haar partij. Het is een eekhoorn die op het punt staat op te springen. Een eekhoorn? Kallas: ‘Het is een ijverig en altijd actief beestje, dat zich er goed op voorbereidt de winter door te komen.’

Alleen wil en kan niet iedereen in Estland zich met het eekhoorntje identificeren. Hoezeer Kallas ook straalt in de buitenlandse politiek, in de binnenlandse politiek is haar positie minder stabiel. ‘De jaren waarin we de Esten telkens weer nieuwe successen zoals EU- of NAVO-toetreding konden voorschotelen, zijn voorbij,’ zegt politicoloog Tõnis Saarts van de Universiteit van Tallinn. Het zelfbeeld van het gestaag vorderingen boekende land vervaagt, en tegelijkertijd neemt het aantal mensen toe dat hard wordt getroffen door inflatie en stijgende energieprijzen. In Estland klinkt er geen sterk links geluid, en wie bang is voor achteruitgang, wendt zich tot de rechts-populistische partij EKRE. Kallas wordt door rechtse politici een ‘oorlogsprinses’ genoemd, haar defensiebeleid noemen ze ‘hysterisch’.

Desalniettemin wil geen van de tegenstanders van Kallas iets wezenlijks veranderen aan de grondslagen van de nationale buitenlandse politiek. Niemand in Estland verlangt dat het land uit de NAVO stapt of toenadering zoekt tot Rusland. ‘EKRE is een partij die zich in de eerste plaats op mannen richt, omdat veel van hun kiezers het niet kunnen verkroppen dat Estland voor het eerst door een vrouw wordt geregeerd,’ zegt Saarts.

Mannen

Wie eens wil meemaken dat Kallas haar diplomatieke en vriendelijke manier van spreken laat varen, moet haar vragen naar mannen in de politiek. ‘Vrouwen moeten twee keer zo hard werken,’ zegt Kallas, ‘en dan nog wordt onze competentie voortdurend betwijfelt.’ Een partijgenoot zou haar eens hebben aangeraden zich mannelijker te gedragen, om succesvoller te zijn. Inmiddels heeft Kallas voor vragen over haar nadrukkelijk vrouwelijke optreden een standaardantwoord klaarliggen. Totdat ze werd gekozen als premier had ze geen enkele broek in huis. Nu heeft ze er alleen een paar gekocht omdat het gemakkelijker is als ze bij een bezoek aan de troepen op een tank moet klimmen.

Als je met mensen praat die Kallas goed kennen, zeggen zij dat ze op haar sterkst is wanneer ze bij anderen weerstand voelt. Kallas zelf zegt over Estland hetzelfde als over haar grootouders: ‘Door onze geschiedenis weten we dat wij ook de moeilijkste tijden kunnen doorstaan.’ Om deze geschiedenis te begrijpen raadt zij aan het monument voor de slachtoffers van het Sovjetcommunisme te bezoeken, dat onder haar voorganger werd opgericht.

Het gedenkteken staat aan de rand van Tallinn, pal aan de Oostzee. Je loopt via een lange gang omhoog, op de wanden staan de namen van mensen die zijn gedeporteerd of zijn omgebracht. 75.000 mensen, een vijfde van de Estse bevolking, werden tussen 1940 en 1941 door de communistische bezetters gedood, opgepakt of gedeporteerd. Men had het bij dat aantal kunnen laten. In plaats daarvan is in het monument een fruittuin aangeplant. Boven een halve cirkel appelbomen staat in grote letters een gedicht. Het gaat over hoe een onweersbui een bijenvolk overrompelt. Op de muur, om de tekst van het gedicht heen, zitten twaalfduizend bijen van metaal, elk zo groot als een hand. Het is windig en donker in deze avond in februari, in geen van de appelbomen zitten knoppen. Maar de bijen spreken van de hoop dat er een nieuwe lente komt.

Lees ook:

Recent verschenen