Het wordt tijd dat we van de rat gaan houden

© Unsplash

The Telegraph

| Londen | Joe Shute | 29 april 2024

Er gaan steeds meer stemmen op dat we ratten zouden moeten koesteren, in plaats van ze te verafschuwen. Ze hebben namelijk ongelooflijke kwaliteiten: ze beschikken over empathie, kunnen mensenlevens redden en hebben een vergelijkbaar gevoel voor ritme als wij.

In de animatiefilm Ratatouille, uit 2007, wordt een rat, onze held Remy, door zijn vader meegenomen naar de etalage van een Parijse rattenvanger, voor een belangrijke levensles. Naast planken vol dodelijk gif hangen dode ratten aan geïmproviseerde galgjes. Dit is wat er gebeurt, zo luidt de waarschuwing aan de jonge Remy, als ratten zich te dicht in de buurt van de mens wagen. De wereld van de rat is een wereld die aan de vijand toebehoort.

De inspiratie voor de winkel die in deze film figureert, is Maison Aurouze, naar verluidt de oudste rattenvanger van Parijs. De zaak is opgericht in 1872 en bestaat nog steeds. Achter de glimmend gepoetste glazen ruiten is een verzameling opgezette ratten te zien, die met verschillende vormen van tegenslag te maken hebben gekregen. Elke rat die deze scène ziet, kan er maar beter een voorbeeld aan nemen, wat dit is een vijandschap voor de eeuwigheid. Nergens zijn de linies zo scherp afgetekend als in Parijs – samen met New York en Londen een van de grootste rattopolen in de westerse wereld.

De Fransen hebben er zelfs een woord voor: dératisation, ‘ontratten’ oftewel ‘van ratten ontdoen’. In ruwweg de afgelopen honderd jaar zijn de Parijzenaren verwikkeld geweest in een verwoede oorlog tegen hun knagende medeburgers. In de zomer van 1920, toen Parijs werd overspoeld door een rattenpopulatie die zich flink had uitgebreid in de loopgraven van het westelijke front en samen met de soldaten was teruggekeerd, zwoer het stadsbestuur af te rekenen met deze ‘grijze invasie’ die, om de woorden te gebruiken van een journalist uit die tijd, ‘net zo moeilijk te verslaan was als de Duitsers’. 

Er werden burgerwachten opgericht die met honden, knuppels en geweren in de straten van Parijs patrouilleerden

Er werden burgerwachten opgericht die met honden, knuppels en geweren in de straten van Parijs patrouilleerden. In de loop van een jaar werden er zo’n half miljoen ratten over de kling gejaagd, wat uiteindelijk echter maar weinig uithaalde. Nu, een eeuw later, is Parijs nog altijd vergeven van de knaagdieren. Je ziet ze over de keurig bijgehouden paden van de Tuilerieën scharrelen, en langs de oevers van de Seine. In een review met één ster op Tripadvisor staat eenvoudigweg: ‘Ratten.’ Kennelijk zijn ze inmiddels met zovelen dat er zich in het keurige 17e arrondissement moderne burgerwachten hebben gevormd die weer met knuppels over straat gaan om met de ratten af te rekenen.

Desondanks ligt er een wapenstilstand in het verschiet, die gevolgen kan hebben voor ons allemaal. Het stadsbestuur van Parijs overweegt een nieuwe aanpak voor de knaagdierenbestrijding, een aanpak die in steeds meer stadsagglomeraties navolging vindt. De oorlog tegen de rat heeft lang in een impasse verkeerd. Wordt het niet tijd om de witte vlag te hijsen en een nieuw tijdperk van vreedzame co-existentie in te luiden?

Vreedzaam samenleven

In juni 2023 liet de Franse wethouder van gezondheid weten dat er een commissie in het leven was geroepen om te onderzoeken of een vorm van vreedzaam samenleven met de stadsratten mogelijk zou zijn. Dit was een duidelijke breuk met het eerdere beleid van dératisation. Het besluit zou het begin kunnen inluiden van een nieuwe verstandhouding tussen de Parijzenaars en hun ratten. Het idee is echter niet overal even goed ontvangen. Terwijl sommige proratactivisten de straat op zijn gegaan met op hun spandoeken leuzen als ‘ratten zijn niet de vijand’, hebben enkele rattenvangers vorig jaar hun onvrede geuit door tijdens stakingen in verband met pensioenhervormingen lijkjes van dode ratten naar het gemeentehuis te gooien om, in de woorden van een vakbondsman, de raadsleden te confronteren met ‘de harde realiteit van hun missie’.

GettyImages 1251804057
© Getty Images

Ondertussen heeft een groep wetenschappers verbonden aan het Nationaal Natuurhistorisch Museum in Parijs een project opgezet om eindelijk het geheime leven van de beroemde inwoners van de stad in kaart te brengen. Ze hebben drie hoofddoelen geformuleerd: de biologische en ecologische kenmerken van de Parijse ratten decoderen en met behulp van genetische tests de dynamiek van de populatie in kaart brengen; een beter inzicht krijgen in de ziekten die ratten overbrengen en in het risico dat deze ziekten overspringen op mensen; de vooroordelen over ratten wegnemen. De naam die ze dit project hebben gegeven past uitstekend bij een dier dat maar al te vaak krijgt aangewreven de ondergang van de mensheid dichterbij te brengen: Project Armageddon. 

Het idee van vreedzaam samenleven komt in principe neer op leven en laten leven, zoals dat ook gaat met vossen of eekhoorns in de stad. Christiane Denys, een paleontoloog en knaagdierenexpert die is betrokken bij Project Armageddon, zegt te hopen met dit project de mythes over ratten te ontkrachten en mensen te laten zien hoe we beter zouden kunnen samenleven. Ze moet niets hebben van de huidige pogingen om met behulp van gif de rattenpopulatie uit te roeien of terug te dringen. Ze wijst erop dat wetenschappers al een handvol genetische mutaties bij ratten hebben aangetroffen die duidelijk maken dat ze een resistentie hebben opgebouwd tegen antistollingsmiddelen (het gif dat meestal wordt gebruikt bij rattenbestrijding). ‘Ratten maken deel uit van een ecosysteem en als je met één element van dat ecosysteem rommelt, kun je een ander element om zeep helpen,’ waarschuwt ze.

Ratten symboliseren het slechte in de mens – of in ieder geval houden we onszelf dat voor

Ratten symboliseren het slechte in de mens – of in ieder geval houden we onszelf dat voor. Ze zijn roofzuchtig, oversekst en destructief, en ze brengen ziekten over. Het woord ‘rat’ wordt als scheldwoord gebruikt; in het Engels is het ook nog een werkwoord, dat ‘verlinken’ betekent. Als moreel minder hoogstaande mensen in een hoek worden gedreven, keren ze zich tegen elkaar, als ratten in een zak. De victoriaanse schrijver en rattenchroniqueur James Rodwell nodigt zijn lezers uit om het woord heel langzaam hardop uit te spreken, en in elke letter de afkeer te proeven: R-A-T.

Tijdens de heksenprocessen in de zestiende en de zeventiende eeuw werden ratten gezien als verwant aan de ­duivel. De culturele referenties van vandaag de dag zijn evenmin erg lovend. De valse rat in Disneys Lady en de vagebond is een vettig monster met scherpe tanden, gele ogen en een zwiepende staart die als een adder de kamer van de kleine binnen glibbert. Beatrix Potter, die zelf een tamme rat als huisdier had, Sammy geheten, plaatste ratten niet bepaald in een positief daglicht met haar boek The Tale of Samuel Whiskers. Samen met zijn vrouw Anna Maria probeert rat Samuel een kitten te ontvoeren en op te eten in een jamrol.

Zelfs de beroemde sir David Attenborough heeft zijn angst voor deze dieren toegegeven. ‘Ik heb echt een gruwelijke afkeer van ratten,’ heeft hij gezegd. ‘En dan bedoel ik niet dat ze me tegenstaan, zoals maden, om maar iets te noemen. Ik bedoel dat als ik een rat in de kamer zie, ik mijn uiterste best moet doen om niet op de dichtstbijzijnde tafel te springen.’

Onze samenleving is al heel lang geobsedeerd met het idee van een ratteninvasie. In 1813 probeerde de uit Yorkshire afkomstige journalist Charles Fothergill de voortplanting van ratten in kaart te brengen. Hij berekende dat één paar ratten, als ze ongemoeid worden gelaten, in de drie jaar dat ze leven zou zorgen voor zo’n drie miljoen nakomelingen. Fothergill kwam tot de conclusie dat ‘het hele aardoppervlak binnen een paar jaar zou zijn gereduceerd tot een afschuwelijk dor en kaal terrein, vol drommen uitgehongerde grijze ratten waartegenover de mens machteloos zou staan’.

Dit soort knullige berekeningen zijn de voedingsbodem voor het aloude gezegde dat je ‘nooit meer dan anderhalve meter bent verwijderd van een rat’ of dat er één rat is op elke inwoner van Engeland. In werkelijkheid weet niemand hoeveel het er echt zijn. Veel van de verhalen die op internet rondzwerven, zijn in het leven geroepen door de ongediertebestrijdings­industrie zelf, die er duidelijk belang bij heeft om de dreiging flink aan te dikken. Het geschatte aantal ratten in Engeland varieert van 10,5 miljoen tot meer dan 200 miljoen.

Overbevolking

In 1947, toen men zich door de babyboom van na de Tweede Wereldoorlog in brede kring zorgen maakte over overbevolking, begon de Amerikaanse onderzoekspsycholoog John B. Calhoun met zijn groepsexperimenten met ratten. Calhouns buurman gaf hem toestemming om in een ongebruikt stuk bos achter zijn huis in Maryland een soort ren te bouwen, die hij ‘rattenstad’ noemde.

Daar zouden, naar Calhouns idee, vijfduizend ratten kunnen leven, en bij wijze van aftrap van het experiment zette hij er vijf zwangere vrouwtjes neer. Bruine ratten werpen gemiddeld zo’n zes jongen, en maximaal veertien. Gezien het feit dat ze vrijwel meteen na de geboorte weer zwanger kunnen worden en dat ze tegelijkertijd drachtig kunnen zijn én borstvoeding kunnen geven, ging hij ervan uit dat het binnen afzienbare tijd zou krioelen van de ratten daar in het bos. Maar ondanks de constante aanvoer van voedsel tijdens de twee jaar dat het experiment duurde, kwam de populatie nooit boven de tweehonderd uit en bleef uiteindelijk rond de honderd­vijftig schommelen.

Een paar jaar later, toen Calhoun werkte bij het National Institute of Mental Health (onderdeel van de landelijke gezondheidsdienst), herhaalde hij het experiment, maar dit keer in binnenruimten. Ook nu plaatste hij ratten in grote hokken en voorzag ze van voedsel, water en nestmateriaal. Calhoun noemde deze experimentele wereld een ‘ratten-Utopia’. Maar deze wereld onderscheidde zich op één punt van die in het bos: er was veel minder ruimte.

Ratvrij Alberta

‘De enige goede rat is een dode rat’ staat te lezen op een poster uit 1975 uit de Canadese provincie Alberta (4,3 miljoen inwoners, 700.000 m2), die erin slaagde zo goed als ratvrij te worden, aldus een artikel uit Foreign Policy dat 360 in editie 169 publiceerde. Sinds 1950 geldt er een streng en succesvol beleid van uitzetting en vernietiging. Nergens anders ter wereld wordt dit succes geëvenaard; de enige andere ratvrije gebieden zijn geïsoleerde eilanden zoals het afgelegen Zuid-Georgia.

Pogingen zijn er genoeg. Zo loofde de Franse regering in Hanoi eind 19e eeuw een beloning uit voor elke dode rat – totdat men doorkreeg dat de bevolking ratten fokte om het geld op te strijken. In Nieuw-Zeeland wordt ingespeeld op de liefde voor de natuur en de inheemse diersoorten.
In Canada werkt vooral oorlogsretoriek goed om de bevolking te mobiliseren. Ook zijn er twee hotlines, kinderen leren sporen herkennen en wie stiekem een rat als huisdier neemt, riskeert een boete van zo’n 4000 dollar. Het programma kost momenteel zo’n 380.000 dollar per jaar, terwijl het de boeren in Alberta vele miljoenen bespaart. Naar schatting richten muizen en ratten jaarlijks voor bijna 20 miljard dollar schade aan en vernietigen ze bijna een vijfde van de mondiale voedselvoorraad. Ook verspreiden ze verschillende ziekten, aldus het Amerikaanse tijdschrift in dit minder ratvriendelijke artikel.

De knaagdieren plantten zich in hoog tempo voort en al snel puilden de hokken uit. Toen gebeurde er iets merkwaardigs: de rattensamenleving begaf het. Dominante mannetjes vormden agressieve groepen die de vrouwtjes en de jonkies belaagden. Sommige ratten werden hyperseksueel en probeerde met alles en iedereen te paren. Moeders lieten hun kinderen in de steek of vielen ze zelfs aan, en de kindersterfte liep op tot maar liefst 96 procent. Kannibalisme vierde hoogtij. Wat er overbleef van de rattenutopie was een groep doodsbange, onderworpen knaagdieren die in het midden van het hok bij elkaar kropen in de hoop zo veilig te zijn, terwijl de woestere exemplaren van de kolonie langs de randen paradeerden. De kolonie bezweek en kwam er niet meer bovenop.

Calhouns onderzoek werd gepubliceerd in 1962, een tijd van snelle bevolkingsgroei in de  steden. Calhoun noemde zijn bevindingen, het feit dat de ratten vervielen tot verdorvenheid en destructief gedrag, een ‘behavioural sink’ (een gedragsmatige beerput). Dit gruwelverhaal raakte bij veel mensen een gevoelige snaar.

Het is een van de meest volkrijke en succesvolle zoogdieren op aarde

In het Verenigd Koninkrijk leven twee soorten ratten: de bruine rat (Rattus norvegicus) en de zwarte rat (Rattus rattus). Hoewel er bewijzen zijn dat er zwarte ratten voorkwamen in Britannia, dus ten tijde van de Romeinen, is hun aanwezigheid nu beperkt tot enkele clusters. Ze zijn geleidelijk verdrongen door de grotere bruine rat. Beide soorten zijn invasief (de bruine rat komt oorspronkelijk uit China en de zwarte rat komt van het Indiase subcontinent). Ze zijn de mens overal gevolgd. Inmiddels komt de rat voor op elk continent, met uitzondering van Antarctica, en is het een van de meest volkrijke en succesvolle zoogdieren op aarde. Ook is het welhaast de meest destructieve soort – maar die titel komt ons toe, de mens. Het zou weinig realistisch zijn om te ontkennen dat ratten een plaag zijn en dat ze, in bepaalde omstandigheden, een bedreiging vormen. Sterker nog, er is nauwelijks een dier denkbaar dat effectiever de pest kan overbrengen dan de rat: gespierd, fel, met snijtanden die sterker zijn dan staal en met een lichaam dat zich door de kleinste openingen kan wurmen om voedselbronnen binnenshuis te bereiken.

Ratten stelen, samen met andere knaagdieren, een vijfde van de wereldwijde graanoogst en ze zijn in staat hele populaties van dieren of zeevogels uit te roeien. Ook zijn ze een vat vol pathogenen die meer dan zeventig ziekten kunnen veroorzaken. Van ratten is vastgesteld dat ze drager zijn van builenpest, cholera, tyfus, leptospirose, koepokken en hanta­virusinfecties. Een onderzoek uit 2014 van Columbia University wees uit dat de gemiddelde subway-rat in New York achttien virussen bij zich droeg die nog niet waren ontdekt bij de mens – naast talloze al bekende pathogenen.

GettyImages 479184466
Een rat is tijdens een trainingssessie in Siem Reap in Cambodja op zoek naar landmijnen. – © Getty Images

Anderzijds hebben wetenschappers onlangs geprobeerd de rat vrij te pleiten van de aantijging dat ze op eigen houtje plagen zouden verspreiden. In een onderzoek uit 2018 naar de mortaliteitscijfers van de pest, ofwel de Zwarte Dood, kwamen onderzoekers uit Noorwegen en Italië tot de conclusie dat door mensen meegedragen vlooien en luizen vermoedelijk verantwoordelijk zijn geweest voor het ontstaan van die veertiende-eeuwse epidemie waarbij de halve bevolking van Europa de dood vond. En in een ander onderzoek, in 2015 gepubliceerd in het prestigieuze blad Proceedings of the National Academy of Sciences, wordt gesteld dat de Zwarte Dood mogelijk afkomstig was van gerbils uit Azië.

De associatie met de pest en de wens om koste wat kost de voedselproductie te maximaliseren, vormden de drijfveer achter de rattenoorlogen van de twintigste eeuw. In 1908 werd de eerste ‘rattenvernietigingswet’ gepresenteerd in het Lagerhuis. Een decennium later, na een intensieve lobby van een groep rijke landeigenaren die bekendstonden als de Vermin Repression Society (ongediertebestrijdingsclub) nam de Britse regering in 1919 de zogeheten Rats and Mice (Destruction) Act aan, waarmee elke burger de plicht kreeg knaagdieren te bestrijden en op te treden tegen elke vorm van overlast op land of eigendom dat in hun bezit was, op straffe van vijf pond. Volgens Alfred E. Moore, de voorzitter van de Vermin Repression Society, had ieder van ons ‘de heilige plicht om zijn of haar rol te vervullen in de wereldwijde oorlog tegen deze levende symbolen van verwoesting, ontaarding en ziekte’.

Uitroeiingsmethoden

Moore bepleitte verschillende uitroeiingsmethoden: heggen uitroken met krachtige zwaveldioxide, rattenholen vol teer laten lopen en de exemplaren die dan nog wisten te ontsnappen doodslaan met een stok. Later werden de Boy Scouts en de Women’s Land Army ingezet om elke rat te doden die ze maar konden ­vinden op boerderijen in het hele land, onder meer door Cymag (een inmiddels verboden cyanidegas) in de holen te spuiten. De slogan die de overheid ­gebruikte luidde: ‘Dood de rat! Hij doet het werk van Hitler.’

Maar de ratten hadden het voordeel van elk guerrilla­leger: de mogelijkheid om nachtelijke invallen te doen en zich terug te trekken in geheime holen, een gedeeld inlichtingennetwerk en een ongekend effectieve spionagedienst, in combinatie met een onuitputtelijk vermogen om zich aan te passen en te overleven.

De afgelopen jaren heb ik zelf geëxperimenteerd met een vorm van vreedzame samenleving op kleine schaal. Tijdens de lockdown had ik een stel tamme ratten als huisdier genomen, Molly en Ermintrude. Tamme ratten zijn afkomstig uit Japan en worden al sinds de victoriaanse tijd gefokt in Engeland. Het is dezelfde soort als de bruine rat, maar dan met een vlekkerige vacht en meestal met grotere oren. Er bestaat zelfs een National Fancy Rat Society, een tammerattenvereniging, die shows organiseert door het hele land, een variant op de hondenshows.

Als je ze kietelt, brengen ze zelfs ultrasoon gegiechel voort dat het menselijk oor niet kan waarnemen

Ooit was ik als de dood voor ratten, maar mijn eigen ratjes hebben me laten zien hoe lief en speels ze zijn, en wat een sterke onderlinge banden ze hebben. Als je ze kietelt, brengen ze zelfs ultrasoon gegiechel voort dat het menselijk oor niet kan waarnemen. Uit onderzoek is gebleken dat ratten in staat zijn tot empathie en altruïsme, dat ze spijt kunnen hebben, dat ze over een indrukwekkend geheugen beschikken en dat ze zich ook bewust zijn van het verstrijken van de tijd.

Uit recent onderzoek aan de Universiteit van Tokio is gebleken dat ratten het leuk vinden om te dansen, waarmee ze naast de mens de enige soort zijn die blijk geeft van een aangeboren liefde voor muziek. Ze bewegen instinctief op het ritme van de muziek. Tijdens het experiment, waarbij ratten fragmenten van een minuut te horen kregen van Lady Gaga, Queen en Mozarts Sonate voor twee piano’s in D majeur, afgespeeld op verschillende snelheden, bleken ze een voorliefde te hebben voor een ritme van 132 beats per minuut – net als wij.

GettyImages 1240888186 1 2
© Getty Images

Ratten rouwen ook en het komt ook voor dat ze hun doden begraven. Toen Molly overleed, trok Ermintrude een stukje stof deels over het levenloze lichaam van haar zus en bleef naast haar liggen tot we het lichaam weghaalden.

Heel langzaam komt de mensheid over haar ingebakken weerzin heen en lijkt ze meer bereid om de rat met andere ogen te bekijken. In het Apopo-project in Tanzania worden ratten getraind om landmijnen op te sporen (wat ze goed kunnen dankzij hun uitzonderlijke reukzin). Vervolgens worden ze in conflictgebieden over de hele wereld ingezet.

Landmijnen opgeruimd

Inmiddels hebben de ratten al meer dan 160.000 landmijnen en andere explosieven opgeruimd in landen als Cambodja, Angola en Mozambique. Op vergelijkbare wijze worden ratten ingezet om te screenen op tuberculose, door te snuffelen naar bestanddelen die worden voortgebracht door de bacterie die de ziekte veroorzaakt, en die ratten veel sneller en nauwkeuriger kunnen opsporen dan de mens.

Bij het Apopo-project worden inmiddels ook ratten getraind om overlevenden te vinden in de puinhopen van ingestorte gebouwen. De ratten hebben een rugzakje met een camera, een zender-ontvangertje en een geolocatie-apparaatje. Als ze bij hun beoogde menselijke doel zijn gekomen, trekken ze aan een schakelaartje om hun nek om hun trainers een seintje te geven.

Al zijn de knaagdieren nog zo kundig, de trainers van het project maken zich wel zorgen hoe mensen, zelfs als ze in doodsnood verkeren, zullen reageren op een rat die hen komt redden.

De Canadese volksgezondheidsonderzoeker Chelsea Himsworth stelt in een onlangs gepubliceerd artikel dat ratgerelateerde kwesties moeten worden gezien in het licht van falend overheidsbeleid. In plaats van tijd te verdoen met het uitroeien van ratten, zouden gemeenten zich moeten inzetten voor verbetering van de vuilophaaldiensten, strengere regels om zwerfvuil tegen te gaan, het bevorderen van gemeenschapszin en het terugdringen van asociaal gedrag. ‘Dat wil niet zeggen dat we ratten moeten koesteren, en het wil ook niet zeggen dat we ze met rust moeten laten’, schrijft ze. ‘Waar het om gaat, is dat we de aandacht verleggen naar het managen van het ecosysteem waar ratten deel van uitmaken, in plaats van ons alleen maar te richten op de ratten zelf.’

Het idee om te kiezen voor de wat vriendelijkere aanpak begint terrein te winnen. In een intrigerend antropologisch onderzoek dat is uitgevoerd in Amsterdam, werd gepleit voor het recht van ratten om in een stad te verblijven. Het onderzoek was een reactie op een sterke stijging van het aantal ratten dat in en om de Nederlandse hoofdstad werd gesignaleerd. Op basis van een groot aantal interviews over de dagelijkse omgang van de mens met de rat, stelden de onderzoekers voor om de Amsterdamse knaagdieren te beschouwen als ‘inwoners’ van de stad, en niet langer als indringers. Een andere groep wetenschappers in de Nederlandse hoofdstad maakt zich sterk voor een ‘rattenstad’-project, waarbij in parken speciale voedergebieden voor knaagdieren worden aangelegd, zodat mensen vertrouwd kunnen raken met het dier.

Uit de handel

Ook toenemende zorgen over de gevolgen van indirecte schade aan bredere ecosystemen dwingt de autoriteiten tot handelen. In 2022 werd in de Canadese provincie British Columbia een permanent verbod ingevoerd op de verkoop en het gebruik van tweedegeneratie-antistollingsmiddelen, waarbij slechts een heel select aantal ‘essentiële’ sectoren, zoals de gezondheidszorg en de voedingsmiddelenindustrie, nog toestemming kreeg om die middelen te gebruiken. In Nederland heeft de overheid rattengif op basis van antistollingsmiddelen uit de handel genomen voor algemeen gebruik, en naar verwachting zullen andere landen volgen. Tegen het einde van 2024 zal het in het Verenigd Koninkrijk verboden zijn om buiten twee soorten tweedegeneratierattengif op basis van antistollingsmiddelen te gebruiken: bromadiolon en difenacoum. Zodoende kunnen die middelen in de praktijk niet meer algemeen worden gebruikt.

Uit veel studies is gebleken dat rattengif in sterke mate wordt opgenomen in de bredere voedselketen, wat gevolgen heeft voor vele diersoorten, van kerkuilen tot egels. Actievoerders hopen dat strengere regelgeving eindelijk een einde zal maken aan de grote hoeveelheden gifstoffen die in het milieu terechtkomen en die steeds meer schade berokkenen aan de natuur.

Maar dat wil nog niet zeggen dat de ratten opgelucht kunnen ademhalen. Rentokil heeft een nieuw laboratorium opgezet in Sussex, dat nogal onheilspellend is gewijd aan ‘innovatie’. Hier experimenteert het bedrijf met de nieuwste wetenschappelijke methoden om ratten te vangen. In januari 2023 kondigde Rentokil aan dat het samen met Vodafone nieuwe beveiligingstechnologie had ontwikkeld, met gezichtsherkenningssoftware, om ongedierte op te sporen en de gegevens in real time terug te koppelen naar een centraal commandocentrum, waar vervolgens wordt besloten hoe de rat in kwestie het beste kan worden gedood.

Wie zal zeggen wat het voor domino-effecten zou hebben als we de rat uit de voedselketen zouden halen? 

Er wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om met bepaalde vormen van genetische manipulatie ratten onvruchtbaar te maken (een techniek die al is toegepast op muggen). In 2017 kondigden onderzoekers van het Roslin Institute in Edinburgh aan dat ze onderzoek deden naar de mogelijkheid om genetisch gemanipuleerde ratten uit te zetten met een ‘x-shredder’-code geïmplanteerd in hun DNA, waardoor ze alleen nog het Y-chromosoom kunnen doorgeven en geen vrouwelijke nakomelingen meer kunnen krijgen.

In november 2022 borduurden onderzoekers van de Universiteit van Adelaide hierop voort toen ze de bevindingen deelden van hun onderzoek waarbij ze vrouwelijke laboratoriummuizen onvruchtbaar maakten. Met behulp van computermodellen hadden de onderzoekers berekend dat ze een eilandpopulatie van 200.000 muizen binnen twintig jaar zouden kunnen uitvagen door er 250 muizen tussen te plaatsen die genetisch waren gemanipuleerd met de zogeheten t-CRISPR-technologie, die ingrijpt op het vruchtbaarheidsgen van de vrouwtjes.

Vooralsnog zijn dergelijke technologieën niet in de praktijk gebracht, maar op termijn zouden ze de mens in staat kunnen stellen de rat geheel en al te verdelgen. Het roept echter ook een mijnenveld aan ethische vragen op. Ratten kunnen destructieve gevolgen voor de omgeving hebben, maar ze vormen ook een essentiële bron van voedsel voor andere dieren. Wie zal zeggen wat het voor domino-effecten zou hebben als we de rat uit de voedselketen zouden halen? 

En dan is er nog de vraag waar dit allemaal toe leidt. Stel dat uiteindelijk, na het succesvol inzetten van technologie om muggen te bestrijden, de rat zou worden uitgeroeid. Zouden dan vervolgens andere minder gewenste diersoorten, zoals de stadsvos of de zwarte kraai, aan de beurt komen? Misschien is het vooral de vraag, in deze tijden van uitsterving en een door de mens veroorzaakte biodiversiteitscrisis, wie wij zijn om te bepalen welk dier al dan niet samen met ons op deze aarde mag leven?  

Recent verschenen