Taiwan heeft een groot energieprobleem. Nadat het land besloot kernenergie af te bouwen, bleken de beloofde alternatieven minder effectief dan gedacht. In een zoektocht naar een stabiele, schone en lokale energiebron, richt Taiwan nu zijn blik op geothermische energie.
Aan het begin van de nucleaire afbouw in 2016 beloofde de Taiwanese Democratische Progressieve Partij (DPP) – opgericht in 1986 als uitvloeisel van een prodemocratische beweging en inmiddels aan de macht – dat offshore windenergie en zonnepanelen het wegvallende kernvermogen zouden opvangen. De bouw ervan bleek echter moeilijker dan de leiders hadden gedacht, en de weersafhankelijke aard van hernieuwbare energiebronnen betekende dat voor de vervanging van de consistente output van reactoren meer fossiele brandstoffen moesten worden gebruikt. Volgens het openbare nutsbedrijf Taipower hadden kolen en gas vorig jaar een aandeel van bijna 80 procent in de Taiwanese elektriciteitsvoorziening.