MIT Technology Review
| Cambridge (VS) | de redactie | 10 februari 2021Facebook en andere sociale media lenen zich perfect voor de verspreiding van complottheorieën. De kritische lezer, die manipulatie vreest van gevestigde bronnen, laat zich daarbij het makkelijkst misleiden.
Dit artikel verscheen eerder in #61.
Op Facebook verscheen rond de Italiaanse verkiezingen in 2014 een bericht dat zich al snel als een virus verspreidde. De titel luidde: ‘Italiaanse senaat neemt (met 257 stemmen voor en 165 onthoudingen) een wetsvoorstel van senator Cirenga aan om 134 miljard euro beschikbaar te stellen aan politici die na een verkiezingsnederlaag een nieuwe baan moeten zoeken’.
Het bericht kwam van een Facebookpagina die bekendstaat om zijn satirische inhoud en waar altijd grappen worden gemaakt over de Italiaanse politiek. Er stonden zeker vier onjuiste beweringen in: de genoemde senator bestaat niet, het totaal aantal stemmen was hoger dan mogelijk in het Italiaanse parlement, het genoemde bedrag was meer dan 10 procent van het Italiaans bnp, en de wet zelf was verzonnen.
Maar blijkbaar raakte de grap een snaar bij ontevreden kiezers, die hem in minder dan een maand tijd zo’n 35.000 keer deelden. En daarna gebeurde er iets eigenaardigs. Het bericht werd opnieuw gepubliceerd, nu met commentaar erbij, op een Facebookpagina met politieke opinies.
Weer verspreidde het zich, maar dit keer met een vernisje van respectabiliteit. En nu verwijzen demonstranten in heel Italië vaak naar deze ‘wet’ om te laten zien hoe corrupt de Italiaanse politiek wel niet is.
Epidemisch verschijnsel
Welkom in de duistere wereld van de complottheorie. De epidemische verspreiding van onjuiste informatie via internet is een bekend verschijnsel. Geloof je bijvoorbeeld dat het aidsvirus is gemaakt door de Amerikaanse overheid om de Afro-Amerikaanse bevolking eronder te houden, dan ben je slachtoffer.
Complottheorieën lijken te ontstaan wanneer valse berichtgeving de geloofwaardigheidsbarrière weet te doorbreken
Een verhaal als dat van de Italiaanse ‘wet’ werpt interessante vragen op. Waar doen mensen onjuiste ideeën op? En hoe komt het dat ze erin gaan geloven? Sinds kort weten we een paar belangrijke antwoorden op deze vragen, dankzij het werk van Walter Quattrociocchi en zijn collega’s aan de universiteit van Boston. Zij hebben onderzocht hoe gewone mensen reageren op berichten op Facebook waarvan bekend is of ze waar zijn of niet.
Ze gingen na hoe meer dan een miljoen mensen reageerden op politieke informatie die in de Italiaanse verkiezingstijd van 2013 op Facebook werd gezet. Om precies te zijn keken de onderzoekers hoe deze mensen berichten afkomstig van gevestigde nieuwsmedia, alternatieve nieuwsbronnen en opiniepagina’s ‘liketen’ en becommentarieerden.
Daarna brachten ze in kaart hoe dezelfde mensen reageerden op onjuist nieuws dat in roulatie gebracht werd door zogenaamde trollen, op pagina’s waarvan bekend is dat ze satirisch nieuws of anderszins onjuiste bewerkingen brengen.
De uitkomsten leverden interessant leesvoer op. Quattrociocchi en de zijnen analyseerden hoelang een discussie over een bericht doorging, door de tijd te meten tussen de eerste publicatie en het laatste commentaar daarop. Ze ontdekten dat elke discussie even lang duurde, ongeacht het type inhoud.
Wantrouwen
Vervolgens keken Quattrociocchi en co of mensen die deelnemen aan dit soort discussies ook meedoen aan discussies over berichten die duidelijk onwaar zijn, zoals die over de verzonnen wet. En ze ontdekten dat sommige mensen meer geneigd zijn in te gaan op onjuiste berichten dan andere. Mensen die vooral reageren op berichten van alternatieve nieuwsbronnen, blijken meer dan anderen geneigd deel te nemen aan een discussie over onwaar nieuws, verspreid door een trol. ‘We zien dat de grootste groep die reageert op de berichten van trollen, de groep is die voornamelijk alternatieve informatiebronnen gebruikt – en die dus meer blootstaat aan twijfelachtige beweringen.’
Ze ontdekten dat elke discussie even lang duurde, ongeacht het type inhoud
Dat is een interessante uitkomst. Quattrociocchi en co wijzen erop dat veel mensen zich wenden tot alternatieve nieuwsmedia uit wantrouwen tegenover de conventionele nieuwsbronnen, die in Italië sterk onder invloed staan van politici uit de ene of de andere hoek.
Maar deze zoektocht naar andere nieuwsbronnen lijkt vol gevaren.
‘Vreemd genoeg zijn mensen die alternatief nieuws tot zich nemen – dus degenen die de “massamanipulatie” van de gevestigde media proberen te omzeilen – het meest ontvankelijk voor de toediening van vals nieuws,’ concluderen zij.
Geloofwaardigheidsbarrière
Daarmee doemt een interessant mechanisme op: complottheorieën lijken te ontstaan door een proces waarin satirisch commentaar of overduidelijk valse berichtgeving op de een of andere manier de geloofwaardigheidsbarrière weet te doorbreken. En dat lijkt te gebeuren via groepen mensen die zichzelf willens en wetens blootstellen aan alternatieve nieuwsbronnen.
Natuurlijk, er zijn waarschijnlijk ook andere manieren waarop complottheorieën opduiken. Het is best mogelijk dat het soms gaat om een waarheid die opzettelijk is achtergehouden door een hogere macht, zoals de overheid, een groot bedrijf, et cetera. Maar dit onderzoek maakt aannemelijk dat er ook een mechanisme bestaat waardoor onware verhalen uiteindelijk voor waar worden aangenomen.
De vraag is nu hoe we die kennis kunnen gebruiken om het verspreiden en duiden van informatie, uit welke bron dan ook, te verbeteren.